Het Avans Ondernemerscentrum (AOC) wordt nog deze zomer de zesde diensteenheid binnen Avans. De Avans Medezeggenschapsraad (AMR) stemde dinsdag in met de oprichting.
Het AOC draait al een aantal jaar als experiment binnen Avans maar volgens Diederick Zijderveld, lid van het College van Bestuur (CvB), is het hoog tijd om een permanente status aan het project toe te kennen.
Drie hoofdtaken
Het AOC krijgt drie hoofdtaken. Het moet een centraal loket zijn voor bedrijven die niet weten waar ze bij Avans moeten zijn. Daarnaast moet het multidisciplinair onderwijs bevorderen. ‘Voor academies is het ingewikkeld om multidisciplinaire samenwerkingen te organiseren. Het AOC kan die ambities handhaven.’
De laatste functie van het AOC sluit aan bij de derde wettelijke taak van hogescholen. Naast onderwijs en onderzoek moet de hogeschool doen aan kennisvalorisatie. Op die manier moet de economische bedrijvigheid in de regio gestimuleerd worden en Avans als kennispartner bekend worden. ‘Als dat een van onze taken is, moeten we daar ook een visie en beleid voor hebben en de valorisatie monitoren’, aldus Zijderveld.
Relatiebeheer Avans
Enkele zorgen zijn er bij de AMR nog over het relatiebeheer. ‘Als je jarenlang een netwerk hebt opgebouwd, blijft dat dan nog van mij?’, vraagt AMR-voorzitter Jacques Pijnappels zich af. Het AOC is volgens Zijderveld straks niet de centrale diensteenheid voor relaties. ‘Het is geen taak van het AOC om nieuwe relaties voor Avans te zoeken.’ Die taak blijft de verantwoordelijkheid van academies en expertisecentra. Maar Avans is niet monogaam, dus het zal volgens het collegelid wel voorkomen dat relaties dubbel worden onderhouden. ‘Thuis heb ik een relatie. Dat is mijn relatie en geen Avansrelatie. Professionele relaties kunnen op meerdere plekken onderhouden worden. Persoonlijke banden blijven daarbij heel belangrijk, maar een relatie is geen exclusief iets. Het belangrijkste is dat we met z’n allen aan goed relatiebeheer doen.’
Verhouding onderwijs en diensten
De medezeggenschapsraad vraagt zich nog af of de overhead, verhouding tussen onderwijzend en ondersteunend personeel, niet te groot wordt bij Avans. In de prestatieafspraken met de overheid is immers afgesproken dat de verhouding tussen onderwijzend personeel 60 procent en onderwijs ondersteunend personeel 40 procent zal zijn. Volgens het CvB gaat het AOC opereren met een kleine vaste kern, aangevuld met geleende docenten. Uitgangspunt blijft een maximale overhead van 40 procent. Zijderveld: ‘Terecht dat er aandacht is voor overhead. Maar als ik eerlijk ben, heb ik een beetje een hekel aan die term. Daarmee suggereer je dat het onderwijs zonder ondersteunende diensten zou kunnen en doe je de ondersteunende medewerkers tekort.’
Naast twintig academies heeft Avans tot nu toe vijf overkoepelende diensteenheden: De Diensteenheid Marketing Communicatie en Studentenzaken (DMCS), de Diensteenheid Financiën & Studentenadministratie (DFS), de Diensteenheid ICT en Facilitaire Dienst (DIF), de Diensteenheid Personeel & Organisatie (DP&O) en het Leer en Innovatiecentrum (LIC).
De oprichting van het Avans Ondernemerscentrum als diensteenheid moet per 1 juli 2015 een feit zijn.
Punt. Of had jij nog wat?