Avans ontvangt sinds de afschaffing van de basisbeurs miljoenen euro’s om jullie onderwijs beter te maken. 23 miljoen euro verdelen onder alle Avansstudenten zou een gemakkelijkere klus zijn, beaamt CvB-voorzitter Paul Rüpp. Dat zou neer komen op bijna 1000 euro per student per jaar. Helaas werkt het niet zo en moet Avans met een concreet plan komen. En deze kwaliteitsafspraken moeten over minder dan een maand af zijn.
Het staat bij de meeste studenten goed in het geheugen geschrift: de afschaffing van de basisbeurs waardoor studenten duizenden euro’s mislopen. Met de afschaffing van de basisbeurs werd de belofte gedaan dat het geld wordt gestoken in de kwaliteit van het onderwijs.
Hogescholen staan in zekere mate vrij het geld te besteden zoals ze willen. Dus niet zo maar 1, 2, 3 aan nieuwe lokalen met de laatste technologische snufjes of betere koffieautomaten voor de studenten. Maar aan de hand van zes pijlers die terug moeten komen in een plan van zogenoemde kwaliteitsafspraken. Alle onderwijsinstellingen moeten in samenspraak met hun medezeggenschapsraad tot een overeenkomst komen. Zo ook het College van Bestuur en de Avans Medezeggenschapsraad (AMR).
Complex
Dinsdagmiddag kwam een geleding van het College van Bestuur (CvB) tijdens de vergadering van de AMR samen voor een presentatie. Avansvoorzitter Rüpp: “Studenten moeten sinds de afschaffing van de beurs merken dat de kwaliteit van het onderwijs vooruit is gegaan.” Het zou volgens hem een stuk “gemakkelijker zijn als we het geld gewoon onder alle studenten mochten verdelen.”
Miljoenen euro’s
De belangen rond de kwaliteitsafspraken zijn enorm: afhankelijk van de studentenaantallen kunnen de grootste instellingen er op termijn zelfs tussen de twintig en dertig miljoen euro per jaar bij krijgen. Maar dan moeten universiteiten en hogescholen zich wel aan de afspraken houden. Afspraken die gemaakt zijn door het ministerie van Onderwijs, de hogescholen- en universiteitenkoepels en de landelijke studentenvakbonden ISO en LSVb. Waarin staat dat het geld echt voor de verbetering van het onderwijs moet worden ingezet en dat de medezeggenschap een cruciale rol speelt in dat proces.
De complexiteit van de kwaliteitsafspraken komt duidelijk naar voren als Marjo Stevens, strategisch beleidsadviseur van het CvB, enkele dia’s van haar presentatie toont. Ze combineerde thema’s die de AMR én het CvB belangrijk achten in een spreadsheet. En zoals zo vaak een heikel punt is, zijn er volgens haar, terwijl ze een klein arm gebaar maakt, “zoveel middelen voor zóveel ambities.” Aan de hand van door de AMR aangeleverde input, moeten er straks “concrete maatregelen op tafel liggen.”
NVAO
Ideeën over begeleiding en coaching, digitalisering en een ‘rijke’ leeromgeving zoals het GET-lab (Gezondheidszorg- en Technologielab) worden genoemd. Stevens laat in haar presentatie zien dat deze onderwerpen weer onder zes pijlers moeten worden verdeeld. En uiteindelijk worden samengevoegd in één plan, ingeleverd aan de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO).
De NVAO bekijkt vervolgens in drie fases of de spelregels van de afspraken wel zijn gevolgd. De eerste fase loopt nu; eind dit jaar moet duidelijk zijn of elke instelling een goed plan heeft voor de besteding van die middelen. In 2022 wordt gekeken naar de voortgang en dan in 2024 nog een keer naar de realisatie van de plannen.
Rüpp wijst nogmaals op het belang van het concretiseren van de acties en maatregelen. Volgens de voorzitter stelt de NVAO veel hogere eisen dan in eerste instantie de afspraak was.
Vervolg
De AMR en het CvB moeten samen de komende weken tot eenzelfde standpunt komen. Op 24 juni neemt het CvB een besluit en op 1 juli gaat de AMR al dan niet akkoord met het plan voor de verdeling van het geld dat het onderwijs aan Avans beter moet maken.
Punt. Of had jij nog wat?