Avansstudent Renske van Hirtum is naast haar studie Social Work mantelzorger voor haar moeder en zusje. Voorafgaand aan de Week van de Jonge Mantelzorger ging zij met minister Hugo de Jonge in gesprek voor de campagne Deel je zorg.
“Als ik thuiskom van een lange schooldag, kook ik voor het hele gezin. In de ochtenden help ik mijn zusje met autisme opstarten als mijn moeder dat door haar bipolaire stoornis niet voor elkaar krijgt”, vertelt eerstejaarsstudent Renske. Veel van de huishoudelijke taken komen op haar schouders terecht. “Mijn vader werkt in de horeca, onregelmatig en meestal is hij er in de weekenden niet. Doordat ik vaak de zorg draag voor mijn moeder en zusje, ben ik al vroeg zelfstandig geworden.”
‘Als ik op school ben dan spookt thuis veel door mijn gedachten’
De jonge mantelzorger is naar eigen zeggen voortdurend bezig met thuis. “Als ik op school ben dan spookt thuis veel door mijn gedachten. Zou het wel goed gaan? Komt mijn zusje op tijd op school? Of als mijn moeder is weggelopen, maak ik me druk of ze nog wel terugkomt.”
Hulpverlening kwam niet voor mij
Al haar hele leven komt er hulpverlening over de vloer. “Toen ik nog klein was, was die hulp gericht op het hele gezin. Dan gingen we in gesprek maar daar begreep ik nog niet veel van.” De ervaring die ze heeft met de hulpverlening is minder goed. “Op een gegeven moment kwamen ze alleen nog voor mijn moeder en vroegen ze niet naar mij. En als puber begon ik er uit mezelf al helemaal niet over.”
In die periode van haar leven houdt Renske de zorgen veel voor zichzelf. “Op de middelbare school voelde ik me vaak niet begrepen. Als ik tegen mijn klasgenoten vertelde dat ik weer eens ruzie had gehad thuis, dan hoorde ik vaak dat het hen ook weleens overkwam. Ook docenten merkten het vaak niet op.”
Platform jonge mantelzorgers
Bij Vanzelfsprekend!?, een platform voor jonge mantelzorgers, voelde de Social Workstudent zich wél gehoord. “Met hen kon ik praten over wat er thuis allemaal gebeurde en kreeg ik de bevestiging dat het geen normale situatie was. Daar heb ik veel aan gehad.” Renske besloot zich als vrijwilliger aan te melden bij het platform. “Ik help bijvoorbeeld met de organisatie van lotgenotenbijeenkomsten en geef trainingen en gastlessen op middelbare scholen.”
Vanzelfsprekend!? is sinds 1 januari aangesloten bij de Strategische Alliantie Jonge Mantelzorg, dat als doel heeft meer aandacht en een betere ondersteuning te bieden voor jonge mantelzorgers. “Via de Alliantie mocht ik voor de Week van de Jonge Mantelzorger in gesprek gaan met minister Hugo de Jonge.” Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport sluit bij die week aan met de campagne Deel je zorg.
Zorgen delen is best moeilijk als je je vaak niet gehoord voelt. Renske hoopt dan ook dat deze campagne ervoor zorgt dat studenten, middelbare scholieren en docenten eerder het gesprek aangaan met jonge mantelzorgers. Maar: “Hoe kan zo iemand een jonge mantelzorger herkennen volgens u en wat zouden ze voor hen kunnen betekenen?”, vraagt Renske de minister in de live-uitzending die het YouTube-kanaal van het ministerie van VWS uitzendt. “Ik hoop dat de campagne helpt en dat het gesprek in de klas gevoerd gaat worden”, zegt de minister. “Vertel over je thuissituatie, want een gezinslid dat fysiek ziek is, wordt sneller gezien dan iemand met een psychische ziekte en dat maakt het zo lastig.”
‘De hele dag thuis, betekent ook de hele dag zorgen. Het maakt het thuis studeren af en toe best lastig’
Zeker in coronatijd kan het voor jonge mantelzorgers nog zwaarder zijn. “De hele dag thuis, betekent ook de hele dag zorgen. Het maakt het thuis studeren af en toe best lastig”, vertelt Renske. Dat de minister uitgebreid de tijd nam voor het gesprek, betekent veel voor Renske. “Ik vind het knap dat hij in deze hectische periode makkelijk de switch maakte naar jonge mantelzorg. Ik voelde me echt gehoord door hem.”
In de Week van de Jonge Mantelzorg, die nog t/m 7 juni loopt, vraagt de organisatie online aandacht voor jonge mantelzorgers in coronatijd. In oktober start een landelijke bewustwordingscampagne.
Punt. Of had jij nog wat?