“Heeft u het al nagekeken?” Toen ik nog docent was, is die vraag me wel honderden keren gesteld. Door studenten die voor me stonden, met een opgetrokken wenkbrauw of een tikkende rechtervoet – lichaamstaal voor ‘ik heb haast’ – soms zelfs al een uur na het verstrijken van de deadline van het inlevermoment.
“Nee, nog niet”, schudde ik dan mijn hoofd. Terwijl ik vanbinnen schreeuwde: Nee, natuurlijk niet. Ik heb nog niet eens tijd gehad om naar de wc te gaan. En we hebben vijftien werkdagen om de cijfers te publiceren. Dat staat toch in de Onderwijs en Examenregeling (OER)!
“O, ok”, zuchtte de student. Die zucht zei alles: ik wil zo graag weten of ik een voldoende heb, of ik mijn studiepunten haal, of ik volgend jaar hier nog op school zit. En ik wil vakantie vieren. Dat vooral.
“Ik begin er morgen aan”, zei ik dan. Ik doe het zo snel mogelijk, want ik wil ook vakantie. Het is bloedheet. Iedereen zit lekker op het terras, terwijl ik tot ’s avonds laat zit na te kijken.
“Wanneer is het klaar?” vroeg de student. Doe het zo snel mogelijk alsjeblieft. Ik ga over drie weken al op vakantie.
“Snel”, zei ik. Ik kan moeilijk iedereen een voldoende geven, omdat ik er klaar mee ben voor dit jaar. Ik word ervoor betaald. Het is belangrijk om de kwaliteit van het onderwijs hoog te houden. Dus je moet even geduld hebben en mij de tijd geven die ik nodig heb om een goed oordeel te geven.
De student droop dan meestal af, naar het terras met zijn vrienden. Wachten moet wel een beetje leuk blijven.
En ik droop af naar mijn werkkamer, of – liever nog – naar mijn tuin. Nakijken moet wel een beetje leuk blijven.
Nu ben ik zelf die student met opgetrokken wenkbrauw en tikkende voet, want ik stuurde mijn nieuwe manuscript onlangs op naar vier uitgevers. En net als die student wil ik weten: is het goed genoeg? Wordt mijn harde werken beloond, niet met studiepunten, maar met een contract?
Er is geen OER die vertelt hoe lang ik moet wachten voor ik hoor of het voldoende is. Ja, de gemiddelde wachttijd is drie tot zes maanden, soms hoor je zelfs niets. En toch… ieder vrij moment kijk ik in mijn mailbox. Is er al een reactie?
Het is natuurlijk not done om te mailen met de vraag of ze er al naar hebben gekeken. Nog niet. Misschien over een maand of drie – als we alweer richting de herfst gaan.
Eindelijk snap ik onze studenten. Als je iets met hart en ziel hebt gemaakt, wil je meteen de uitslag, weten of het voldoende is.
Maar ik weet ook dat ik de uitgever de tijd moet geven die hij nodig heeft om het goed te kunnen beoordelen. Hopelijk maakt hij het leuk voor zichzelf, leest ‘ie het in de tuin.
En ik ga maar eens naar het terras. Duurt lang.
Inge Duine is Avansmedewerker en oud-docent.
Punt. Of had jij nog wat?