Terug naar overzicht

College van Bestuur-lid Jan Bogerd: ‘Avans is niet altijd alert geweest’

Jan Bogerd. Foto via: Joeri Molendijk

Avans werd onlangs weer tot beste hogeschool van Nederland verkozen, maar dat betekent niet dat de hogeschool rustig achterover kan leunen volgens Jan Bogerd. Sterker nog: het College van Bestuur-lid ziet dat Avans door het succes te lang heeft gewacht met bepaalde zaken en niet in de gaten heeft gehad hoe het veld om zich heen beweegt. ‘’Dat maakt bijvoorbeeld het ontwikkelen van de eigen masters nu een ingewikkelde klus.’’

Bogerd kwam in juni over van Hogeschool Utrecht, waar hij voorzitter van het College van Bestuur was en meer dan dertig jaar werkte. De overstap naar Avans als interim-bestuurder was voor hem een welkome nieuwe uitdaging en een die tot nu toe goed bevalt. ‘’Ik bespeur bij mezelf dat ik steeds vaker ‘wij’ gebruik als ik het over Avans heb, ik begin me ermee te identificeren. Dat zegt wat over de welkome manier waarop ik hier ben ontvangen. Avans is een warme organisatie’’, vertelt hij. ‘’Er waren ook gelijk een hoop bestuurlijke vraagstukken toen ik begon, waardoor ik er snel professioneel in zat. Dat stimuleert en geeft plezier.’’

Na al die jaren in Utrecht was de bestuurder benieuwd hoe werken op een andere hogeschool zou zijn. De overstap viel op een aantal vlakken mee, zo vertelt hij. ’’Hoger onderwijs blijkt hoger onderwijs te zijn en besturen is besturen. Dat is makkelijk en vergelijkbaar: dat ken ik’’, zegt hij.

Wat zijn de verschillen met werken op de Hogeschool Utrecht?
‘’Als ik bij Avans rondloop, ziet het er anders uit. Er is een andere populatie qua studenten en medewerkers. Studenten zijn hier jonger dan ik gewend ben. En ik zie het ook in de omgang met elkaar. Die is hartelijk, warm en informeel. Dat ben ik vanuit Utrecht, waar het formeler was, heel anders gewend. Dat is een kracht van Avans. Het is hier een community en dat zie je op verschillende manieren. Bij de kick-off van dit studiejaar kropen mensen naar elkaar toe, er is een sterke betrokkenheid. De oriëntatie op de student is hier sterker dan op de omgeving. Dat is een van de dingen die de kracht van Avans, een organisatie die nabij en dichtbij is, bepaalt.’’

Human capitalagenda
Tijdens het interview met Punt spreekt Bogerd regelmatig over de human capitalagenda. Dat is een visie en aanpak om te komen tot een goede aansluiting van het onderwijs op de praktijk en de arbeidssituatie van over vijf jaar. Daar moet Avans zich volgens het CvB-lid meer mee verbinden.

Wat bedoel je daarmee, met dat beter verbinden?
‘’De focus van Avans lag tot nu denk ik vooral op de initiële student: de student die nu vanuit het voortgezet onderwijs hier een goede opleiding wil volgen. Maar als je naar de totale beroepsbevolking kijkt en ook naar opleiden en professionaliseren, de initiële en post-initiële student en naar voltijd en deeltijd, heb je een veel bredere scope.

Bij Avans hebben we de ruimte en mogelijkheid om de steen wat verder naar voren te werpen en om partner te zijn van werkgevers. En dat willen we ook. We willen Avans neerzetten als dé partner voor de regio van de human capitalagenda van de toekomst. Dat is net een wat andere connotatie dan een hogeschool zijn voor studenten die van de havo komen.’’

Avans Hogeschool. Afbeelding ter illustratie

Succes heeft Avans lui gemaakt, vertelde je onlangs bij je kennismaking met de Avans Medezeggenschapsraad. Kun je dat toelichten?
‘’Als je voorop loopt, en dat doe je als je de beste hogeschool van Nederland bent, kun je met een zekere tevredenheid naar jezelf kijken. Maar de vraag is: heb je wel voldoende scherp in de gaten hoe het veld om je heen beweegt en wat er aan de hand is? Ik denk dat Avans niet altijd scherp is geweest, zoals op de strategische samenwerking, cocreatie, de demografische krimp en de ontwikkeling van het masterssortiment. Die is achtergebleven bij wat je in de rest van de sector ziet. En nu is het moeilijk geworden, want nieuwe masteraanvragen worden moeilijker goedgekeurd. Het is nu een ingewikkelde klus.

Ik merk dat het de neiging bij Avans is om nieuwe erkende opleidingen te ontwikkelen en aan te vragen. Ik vind het verstandiger dat niet te doen. Je kunt beter een beperkt aantal opleidingen hebben met een breed profiel, waarin je kunt differentiëren in afstudeervarianten. Die hoef je niet apart aan te vragen en dat scheelt een hoop tijd. Het ontwikkelen van een hele nieuwe opleiding duurt namelijk zo twee jaar, voor de eerste bachelorstudenten zijn afgestudeerd ben je in totaal zes jaar verder. Het onderwijsmodel van Avans biedt hiertoe ook alle mogelijkheden, waardoor het eenvoudiger is geworden om met afstudeerrichtingen een actueel en relevant aanbod te realiseren. 25 procent van je studie kun je straks zelf bepalen. Als je als Avans slim gaat kiezen en ontwikkelen, kun je een heel aantrekkelijk portfolio neerzetten.

Je moet aantrekkelijk zijn voor nieuwe doelgroepen en je marktaandeel op peil houden. Dat doe je door ervoor te zorgen dat studenten content zijn met het onderwijs – en dat zijn studenten op Avans – maar ook door een actueel en relevant onderwijsaanbod te hebben. En dat kunnen we bij Avans beter doen.’’

Over Ambitie 2025 gesproken: wat vind je daarvan?
‘’De Ambitie is heel goed, ik zie en herken ‘m. Maar het verhaal erachter zie ik nog niet. Hoe Avans zich in de maatschappelijke opdracht positioneert en wat ze wil zijn in de toekomst, zoek ik. Avans moet in de regio Noord-Brabant gezien worden als de eerste en preferente partner voor de ontwikkeling van de beroepsbevolking. Om zo te kunnen bijdragen aan aan de grote maatschappelijke transities zoals gedefinieerd in de zwaartepunten van Avans. Daar zitten we nu nog niet. Als je naar deze regio kijkt, moeten de vaardigheden en human capital skills die de beroepsbevolking nodig heeft om bij te dragen aan de welvaartsontwikkeling op de lange termijn in Brabant, een belangrijke rol spelen in het onderwijsaanbod. Uit projecties blijkt dat het aantal 60+-inwoners in Brabant gaat groeien, er komt een grote vergrijzing. Dat betekent een grotere zorg- en veiligheidsvraag in de toekomst. Op dat terrein kan Avans als kennisinstelling aansluiten, als we anders gaan opleiden met regionale partijen. Dat zie ik nu onvoldoende doorwerken in het onderwijsassortiment.

Mijn opvatting over hoger onderwijs bij een publieke instelling, is dat je op drie niveaus waarde moet creëren. Voor de student, arbeidsmarkt en samenleving. Als je die op Avans naast elkaar zet, denk ik dat Avans wat te winnen heeft op het creëren van een andere balans dan die er nu is. Die ligt nu vooral op de student, waar de hogeschool op 1 staat in de Keuzegids, maar er liggen kansen om nadrukkelijker te verbinden in de omgeving. Ik zie ook dat dit een mkb-regio is, die gedijt op impactvol ondernemen. Het beter mogelijk maken van startups, zou een speerpunt kunnen zijn om aan te jagen op Avans.’’

Wat ga je de komende periode vooral doen?
‘’Met directies gaan we als College van Bestuur de komende tijd het verhaal van Avans bespreken. Niet alleen waar we vandaan komen, maar vooral waar we naartoe willen. We willen gebruik maken van de sterktes en krachten van Avans. En ondertussen gaan we het gesprek met anderen aan over wat dat betekent voor ons onderzoeksassortiment en de voorzieningen. En daar wil ik plezier in hebben, dat vind ik ook belangrijk.’’

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?