Terug naar overzicht

AMR-voorzitter Edwin Zeelenberg blikt terug op zijn eerste half jaar: ‘Ben trots op onze raad’

Edwin Zeelenberg

In een zomer waarin er op bestuurlijk niveau bij het College van Bestuur een hoop veranderde, kreeg ook de Avans Medezeggenschapsraad (AMR) voor een groot deel een nieuwe bezetting en een nieuwe voorzitter. Edwin Zeelenberg is inmiddels zo’n honderd dagen voorzitter van de raad en merkt dat ‘zijn’ leden steeds beter op elkaar ingespeeld raken.

“Ik ga geen uitdaging uit de weg en houd wel van iets nieuws opbouwen. Voorzitter zijn van de AMR bevalt me dus uitstekend”, vertelt Edwin Zeelenberg. Sinds dit collegejaar zit hij de medezeggenschapsraad voor. Daarnaast is hij projectleider op Avans. Toen hij begon als opvolger van oud-voorzitter Maud Müskens kwam hij in een grotendeels nieuwe raad terecht, want in de zomer stopte met dertien raadsleden een groot aantal.

In wat voor AMR kwam je terecht als voorzitter?
“In een raad waarin een hoop was veranderd. Eind augustus kwamen er dertien nieuwe leden. Ik voelde een grote verantwoordelijkheid om de continuïteit te waarborgen en we hebben alle zeilen bijgezet om met het nieuwe team zo snel mogelijk weer up and running te zijn. We organiseerden een kick-off van twee dagen om kennis te maken en we volgden een basistraining medezeggenschapsvaardigheden. Dat deden we zodat we met een vliegende start konden beginnen in een omgeving waar ook het College van Bestuur (CvB) er anders uitzag. We moesten er even inkomen en zijn nog steeds lerende, maar zitten nu in de focusfase en pakken dossiers in werkgroepen op een goede manier op.”

In de zomer zocht het CvB een nieuwe bestuurssecretaris, moest de opvolger van CvB-lid Sarah Wilton worden aangesteld en was (en is er nog steeds) de kwestie van het opvangen van de langdurige zieke bestuursvoorzitter Philippe Raets. Bij de AMR zelf ontbrak ook een gedeelte van de ondersteuning, met het vertrek van de ambtelijk secretaris en managementassistent.

Hoe was dat en hoe gaat het nu?
“Een hele enerverende situatie, die ook veel energie gaf. Dat komt omdat we een ontzettend leuke club hebben. Iedereen heeft eigen karakteristieken en ambities in de raad, het zijn 24 eigengereide kikkers in een kruiwagen. Samen zijn we mooie dingen aan het doen. We zijn kritisch op de juiste momenten en lerende hoe we ons kunnen focussen terwijl we tegelijkertijd het grote plaatje niet uit het oog verliezen. Samen met iedereen sturen we de hele tijd bij om een goedlopend team te worden, waarbij iedereen in de gaten krijgt waar we voor staan in de juiste relatie met de rest van Avans.”

De afgelopen periode stelde de AMR een lijst van speerpunten op waar de raad dit collegejaar impact wil maken. Die lijst bestaat uit vijf punten, met de kwaliteit van onderwijs op één. “We zitten nu in de Ambitie2025-fase waarin we onderwijs ontwikkelen, de kwaliteit daarvan is in alle opzichten belangrijk”, zegt Zeelenberg. Op twee staat studentenwelzijn, op drie de werkdruk onder Avansmedewerkers, op vier de kwaliteit van ICT en applicaties en op vijf een gelijke beloning voor studenten die werkzaamheden uitvoeren binnen de hogeschool. “Die is nu niet overal hetzelfde. Voor studenten is dat heel belangrijk. Dit punt geeft de meerwaarde aan van studenten in de raad. Zij kijken met een totaal ander perspectief dan wij naar zaken. Je moet niet over, maar met studenten praten.”

De Avans Medezeggenschapsraad, met Edwin Zeelenberg op de voorste rij als tweede van rechts

Waar houden jullie je momenteel nog meer mee bezig?
“Samen met het Centrum voor Medezeggenschap zijn we bezig om de verbinding tussen de AMR en de rest van de lagen van medezeggenschap binnen Avans te vergroten. Dat doen we door elkaar op scherp te zetten en elkaar te helpen. Als er met een dossier bij de AMR wordt ingestemd, gaat het naar de volgende laag van medezeggenschap. Dan gaat het bijvoorbeeld naar academie-, dienst- of Centre of Expertise-raden. Het is dan aan hen om met de goedgekeurde plannen de medezeggenschap op organisatieonderdeel uit te voeren. Wat je merkt, is dat leden in de academie- en dienstraden en opleidingscommissies vaak zoekende zijn naar hun rol en mogelijkheden.

We zijn, samen met Tanja Konings van het Centrum voor Medezeggenschap, begonnen om de overleggen tussen de deelraden en de AMR nieuw leven in te blazen en spreken ook met de opleidingscommissies. Zo brengen we de leden van de decentrale medezeggenschap bij elkaar en praten we over elkaars behoeftes. Sparren helpt, de een heeft de oplossing voor het probleem van de ander. Samenwerking is belangrijk. Daarnaast hebben we het over wat zij van de AMR verwachten en vice versa.

Op dit moment zijn we ook bezig met de Onderwijs- en Examenregeling (OER), ingangseisen voor keuzemodules en de financiële situatie van Avans. De tijdelijke gelden zoals de NPO-gelden en de ambitiegelden van de Ambitie 2025 lopen op hun eind. En dan hebben we natuurlijk de teruglopende studentenaantallen. Dat heeft gevolgen voor de meerjarenbegroting en de ontwikkeling van Ambitie 2030, want waar gaan we naartoe en welke keuzes moeten gemaakt worden? Er zullen keuzes gemaakt moeten gaan worden door het CvB en dat betekent dat we juist nu in nauw contact met ze moeten blijven om gedurende het gehele besluitvormingsproces betrokken te zijn.”

Hoe is jullie relatie met het CvB?
“Die is goed. Avans is in alle opzichten een ontwikkelende organisatie, waarin we de hele tijd ongebaande paden betreden. En dan is het fijn dat je dat in een goede vorm van samenwerking doet als AMR met het CvB. We hebben veel informeel contact met elkaar waardoor we snel stappen kunnen zetten.”

Wat vind je moeilijk in je werk als voorzitter?
“Ik merk dat het veel tijd kost, zeker met een nieuwe club. Ik kan het tot januari voor een volle fte doen, daarna gaat het naar 0.5. Daar zit een uitdaging in. Op het moment van een nieuwe raad, ontstaat na de fase van ‘vorming’ ook ‘storming’. Dat is een fase waarin wrijving zit en mensen zoeken naar hun rollen. Maar als je open het gesprek aangaat en aangeeft hoe dingen overkomen, kun je bouwen aan een goede teamspirit. En ik moet zeggen dat we door de positieve houding naar elkaar redelijk snel door die fase heen zijn gegaan.”

En nu?
“Het eerstvolgende is de kerstborrel. Daarin ga ik zeggen dat ik heel trots ben op onze raad, wat ook werkelijk zo is. Iedereen neemt zijn verantwoordelijkheid. Het is mooi om daar voorzitter van te mogen zijn.”

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?