De analyse over de problemen in het onderwijs in het concept-regeerakkoord mist volgens de Algemene Onderwijsbond (AOb) elke realiteit. ‘Lerarentekorten zijn niet ontstaan omdat het vak van leraar niet langer leuk zou zijn, maar omdat de arbeidsomstandigheden niet concurrerend zijn met andere sectoren’, zegt Ton Rolvink, vice-voorzitter van de bond.
‘De nieuwe coalitie zet een beetje de wereld op zijn kop. Keer op keer blijkt dat er best genoeg mensen zijn die les willen en kunnen geven, maar er niet aan beginnen of afhaken vanwege karige salarisperspectieven en matige werkomstandigheden zoals sleetse gebouwen, grote klassen en hoge werkdruk.’
Daarbovenop komt volgens Rolvink dat het extra geld dat de nieuwe coalitie van CDA, LPF en VVD voor onderwijs in petto heeft absoluut onvoldoende is voor een meerjaren investeringsplan dat perspectief biedt om de sector aantrekkelijker te maken. Een perspectief waar het onderwijs al tijden op wacht.
Als reden voor het lerarentekort beschrijven Donner en de fractie-voorzitters in het concept dat de vormgeving van het onderwijssysteem, de steeds hogere eisen aan het onderwijs en het groeiend aantal allochtonen de aantrekkelijkheid van het werken in het onderwijs hebben verminderd.
Dat is niet wat de AOb merkt bij haar leden. Het lesgeven, of dat nu op een zwarte of witte school is, wordt volgens de AOb door leraren omschreven ‘als het mooiste vak van de wereld’. De bond verwijst ook naar onderzoek waaruit zou blijken dat veel jongeren wel een baan als leraar overwegen. De ware oorzaak ligt dan ook in het gebrek aan middelen, zo luidt het commentaar: ‘Door de bezuinigingen uit de jaren tachtig en het ontbreken van een inhaalslag in de jaren daarna, steken de arbeidsvoorwaarden in het onderwijs schril af bij andere sectoren.’
Zicht op serieuze verbetering ziet Rolvink niet als hij de financiële plannen hoort. ‘Geluiden gaan in de richting van 300 tot 600 miljoen euro. Onduidelijk is nog welke bezuinigingen op onderwijs daar nog van af moeten. Dat is, hoe dan ook, absoluut onvoldoende.’ (FG)
Punt. Of had jij nog wat?