Joop Pastoors, derdejaars student Bouwkunde aan de Hogeschool ‘s-Hertogenbosch , is gisteren in Veldhoven Nederlands kampioen gewichtheffen in de gewichtsklasse boven 105 kilo geworden. Zelf was hij ‘redelijk tevreden’. Hij werd kampioen van Nederland, maar een record heeft hij niet gebroken.
De 21-jarige Pastoors raakte vijf weken geleden geblesseerd aan zijn knie. Daardoor liep hij drie weken trainingsachterstand op. Met behulp van ontstekingsremmers en pijnstillers kon hij zondag toch presteren.
Het gewichtheffen bestaat uit twee onderdelen, trekken en stoten. Bij het trekken wordt de halter vanaf de grond in een vloeiende beweging met gestrekte armen boven het hoofd gebracht. Bij het stoten moet de halter eerst op de borst worden gezet. Daarna wordt hij boven het hoofd gebracht. ‘Bij het trekken ben ik licht begonnen, bij 140 kilo. Toen ben ik naar 150 kilo gegaan, best een grote overstap. Daarna heb ik 158 kilo geprobeerd. Dan zou ik het Nederlands record gebroken hebben. Maar dat lukte niet. De halter viel achter me op de grond. Bij het stoten ben ik van 170, naar 182,5 en toen naar 193 kilo gegaan, ook een record. Die laatste ging fout. Ik kreeg de halter wel op de borst, maar niet naar boven.’
De volgende wedstrijd waar Pastoors zich nu op gaat concentreren is de Nederlandse Kampioenschappen Gewichtheffen voor teams. Volgens de student maakt zijn team veel kans. In het voorjaar volgen de Europese Kampioenschappen, in de zomer zijn er de kampioenschappen voor studenten in Italië en in het najaar de Wereld Kampioenschappen. Pastoors droomt van deelname aan de Olympische Spelen in 2004 in Athene. Hij weet niet zeker of hij op tijd het gewenste niveau haalt. Anders gaat hij voor de Spelen in 2008.
Zijn opleiding Bouwkunde lijdt geenszins onder zijn sport, waarvoor hij gemiddeld ruim drie uur per dag traint. Het lukte Pastoors de eerste twee schooljaren in één jaar af te ronden. En dan is hij in het weekend ook nog portier bij Popcentrum 013 in Tilburg en uitgaansgelegenheid Pavlov in Arnhem. ‘Daarvoor werd ik op straat gevraagd. Het is een makkelijke manier voor mij om wat bij te verdienen. Want doordeweeks kan ik door het trainen niet werken.’ (PM)
Punt. Of had jij nog wat?