Uit welk nest je komt en wat voor levensstijl je aanhangt zijn twee zeer bepalende factoren voor de studiekeuze. Dat concludeert maatschappijwetenschapper Markus Schölling uit Wuppertal op grond van een onderzoek onder 1000 studenten.
Techniekstudenten bijvoorbeeld houden volgens Schölling van sport, en als ze geld over hebben besteden ze dat aan auto’s of hobby’s. Ze houden van vlees en gestampte pot. Een mooi huis vinden ze belangrijk. Studenten geschiedenis of letteren daarentegen geven hun geld liever uit aan hoogwaardig voedsel en theaterbezoek. Ze waarderen vegetarisch eten en een individuele inrichting.
De sociale afkomst speelt hierbij een grote rol, omdat de levensstijl vaak is ingegeven door het ouderlijk huis. Kinderen uit lagere sociale milieus bijvoorbeeld zijn blijkens Schöllings onderzoek oververtegenwoordigd werktuigbouwkunde, elektrotechniek en sociale wetenschappen: typische opleidingen voor ‘sociale stijgers’. Min of meer geldt dat ook voor de econonomische vakken, al vind je hier ook veel middenklasse-studenten.
Kom je uit de bovenlaag van de bevolking, dan is de kans groot dat je rechten of medicijnen gaat studeren.
Stereotiepe beelden blijken overigens niet altijd op te gaan. Dat blijkt uit onder andere uit het thema ‘Studenten over elkaar’ in de Skoop en Impuls van deze week (papieren edities). In een test spuien acht studenten ‘vooroordelen’ over elkaar. En ze vertellen wie ze werkelijk zijn. Soms slaan ze de spijker op de kop, dan weer de plank volledig mis. (FG)
Punt. Of had jij nog wat?