Van de brede hogescholen heeft Inholland naar verhouding het laagste aantal docenten: per 28 studenten is daar één docent beschikbaar. De Christelijke Hogeschool Ede komt als beste uit de bus. Die school telt één docent per negentien studenten.
Dat blijkt uit cijfers van de HBO-raad over de student-docentverhouding in 2003. Jongere gegevens zijn nog niet voorhanden.
Vorige week voerden rechtenstudenten van de Universiteit van Amsterdam actie, omdat zij boos zijn over de slechte onderwijskwaliteit. Vooral de scheve verhouding docent-student had hun woede gewekt.
Aan de hogescholen moet één docent tussen de vijftien en dertig studenten bedienen. Maar de verschillen tussen de opleidingen zijn aanzienlijk. Kunstopleidingen en agrarische studies steken gunstig af bij massastudies als economie. Helaas worden de precieze gegevens per opleiding alleen in visitatierapporten genoemd, maar niet centraal verzameld en actueel gehouden.
Behalve de Christelijke Hogeschool Ede doen vooral de Hogeschool Zuyd en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen het relatief goed met gemiddeld 21 studenten per docent. Van de monosectorale hogescholen, zoals pabo’s en conservatoria, scoren de kunstopleidingen het best; beter zelfs dan de Christelijke Hogeschool Ede. De Hotelschool Den Haag (één op 28) eindigt daarentegen net achter Inholland, evenals de Design Academy (één op 46). Navraag bij de Design Academy leert dat de werkplaatsbeheerders daar niet meetellen als docenten, terwijl ze de studenten wel uitleg geven over bijvoorbeeld zeefdruktechnieken of metaalbewerking. Inclusief die werkplaatsbeheerders zou de Academy een verhouding van één op 23 hebben. (BB/HOP)
Punt. Of had jij nog wat?