In geen enkele universiteitsstad is het slecht gesteld met de sportvoorzieningen. De waarderingscijfers variëren van 8,4 tot 7,1. In hogeschoolsteden vallen de cijfers gemiddeld fors lager uit. Breda en Den Bosch doen het op dat niveau behoorlijk goed met waarderingen van 7,4 en 7,1.
De hbo-steden Rijswijk en Driebergen krijgen de laagste waardering: 5,8 en 4,5. Dat staat in de Keuzegids Hoger Onderwijs, die deze week is verschenen.
De kosten voor de sportende student variëren sterk. Een sportkaart kost in Wageningen 52 euro. Studenten in Utrecht betalen het minst. Daar kost de goedkoopste sportkaart 12 euro. Maar wie ook wil tennissen, betaalt 21 euro extra. In Leiden is de sportieve student minimaal 83 euro kwijt, maar dan kan hij wel bijna alle sporten doen die hij wil.
In Breda kost een sportkaart 45 euro en in Tilburg 71 euro. In Den Bosch kun je kiezen tussen een basiskaart en een pluskaart, maar de website van de Bossche sportvereniging (www.lvsdenbosch.nl) geeft geen uitsluitsel over de kosten. (BB/HOP, FG)
universiteitssteden:
Wageningen: 8,4
Groningen: 8,0
Nijmegen: 8,0
Eindhoven: 7,7
Tilburg: 7,7
Enschede: 7,7
Amsterdam: 7,6
Maastricht: 7,5
Delft: 7,3
Utrecht: 7,3
Rotterdam: 7,1
niet-universiteirssteden:
Ede: 7,6
Breda: 7,4
Leiden: 7,3
Leeuwarden: 7,3
Zwolle: 7,3
Vlissingen: 7,3
Den Bosch: 7,1
Velp: 7,1
Den Haag: 7,0
Gouda: 7,0
Diemen: 7,0
Dronten: 6,8
Arnhem: 6,8
Deventer: 6,8
Haarlem: 6,2
Doetinchem: 6,2
Sittard: 6,1
Heerlen: 6,1
Venlo: 6,1
Alkmaar: 6,0
Rijswijk: 5,8
Driebergen: 4,5
Punt. Of had jij nog wat?