Staatssecretaris Rutte is volgens de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) beter in het spelen van politieke spelletjes dan in het maken onderwijsbeleid. Toch is de bond kritisch over zijn aanstaande overstap naar de VVD-fractie: de derde wisseling in één kabinetsperiode op het staatssecretariaat voor hoger onderwijs.
LSVb-voorzitter Jonathan Mijs: ‘Dit geeft wel aan welke prioriteit dit kabinet geeft aan het hoger onderwijs.’ In 2004 stapte Anette Nijs, partijgenoot van Rutte op na een ruzie met minister Van der Hoeven.
Volgens de HBO-raad moet er hoe dan ook geen derde staatsecretaris komen. De portefeuille van Rutte kan bij diens vertrek beter door minister Van der Hoeven worden overgomen, heeft Doekle Terpstra, de voorzitter van de raad, laten weten. Een nieuwe staatssecretaris zou volgens hem niet meer dan een ’tussenpaus’ zijn. Ed d’Hondt, voorzitter van de universiteitskoepel VSNU heeft zich in soortgelijke bewoordingen uitgelaten.
Terpstra noemde naar aanleiding van de kandidaatstelling van Rutte in maart diens mogelijke vertrek als staatssecretaris al ‘bestuurlijk onverantwoord’. Een aantal dossiers komt stil te liggen, waaronder de nieuwe wet op het hoger onderwijs en daarmee ook de invoering van leerrechten, verklaarde hij toen tegenover Punt.
Terpstra is zeer gebrand op afhandeling van het wetsvoorstel. De HBO-raad is fervent voorstander van de leerrechtenplannen. De universiteiten daarentegen hebben grote bezwaren. Uitstel naar de volgende regeerperiode zou de kans vergroten dat de wet opnieuw ter discussie wordt gesteld. (FG)
(Bijgewerkt: 1 juni 2006, 12.15 uur.)
Punt. Of had jij nog wat?