Staatssecretaris Bruins heeft in een persbericht laten weten dat de rente op de studieschuld komend jaar niet met een heel procentpunt stijgt, maar met slechts tweetiende. De stijging van 2,7 naar 3,7 procent is al een feit sinds de jaarwisseling.
In september wordt de rente voor leningen nog verder opgeschroefd naar 3,9 procent. Logisch, vindt het ministerie van OCW, want rente fluctueert nu eenmaal. Eigenlijk was 2006 met 2,74 procent gewoon een gunstig jaar, en valt de huidige 3,7 procent rente ook wel mee. ‘Ter vergelijking: in 1998 betaalde men 6,09 procent en in 1992 was dat 11,08 procent’, staat te lezen in het persbericht.
Het ministerie heeft de verwarring over de rentestijging zelf veroorzaakt. Het presenteerde vorige week een concept-wetswijziging waarin de stijging met een heel procentpunt letterlijk wordt aangekondigd. Die passage blijkt echter betrekking te hebben op een afspraak met de Tweede Kamer uit 2004. Bruins heeft de toelichting alleen maar uitgebreid met de invoering van wereldwijd meeneembare studiefinanciering.
Dankzij de commotie loopt Bruins het risico dat de Tweede Kamer hem opnieuw aan het werk zet. Alle grote partijen in de Tweede Kamer – inclusief Bruins’ eigen VVD – vinden het betaalbaar houden van studentenleningen essentieel.
Onder leiding van staatssecretaris Bruins en zijn voorganger Mark Rutte werd de studiefinanciering de afgelopen jaren flink aangepast. Met name de leenmogelijkheden werden uitgebreid. Studenten kunnen bijvoorbeeld hun collegegeld lenen. Ook mogen ze hun studieschuld in 25 jaar aflossen in plaats van vijftien. Bovendien kunnen ze de terugbetaling maximaal vijf jaar opschorten. Verwacht wordt dat de verruiming de staat jaarlijks 35 miljoen euro extra kost. [TdO/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?