Minister Plasterk vindt de forse salarisstijging van het bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen ‘ongelooflijk’. De raad van toezicht schroefde de beloning dit jaar op van 128 duizend euro naar maximaal 171 duizend euro.
Forse stijgingen van topsalarissen in de (semi-)publieke sector liggen politiek gevoelig, omdat in het regeerakkoord is afgesproken dat niemand binnen dat domein meer mag verdienen dan de minister-president. Het salaris van premier Balkenende bedraagt 171 duizend euro: evenveel als collegevoorzitter Simon Kuipers. Hij blijft daarmee binnen de ‘JP-norm’. Toch noemt minister Plasterk de verhoging via zijn woordvoerder ‘nauwelijks voorstelbaar’.
De raad van toezicht van de RUG meent dat er niets geks is gebeurd. De verhoging zou noodzakelijk zijn omdat het salaris van Kuipers in 2006 (110 duizend euro plus 18 duizend euro pensioenbijdrage) te ver achter bleef bij dat van andere bestuurders in het wetenschappelijk onderwijs. Op zich klopt dat: de collegevoorzitter van de Universiteit van Amsterdam verdiende in 2005 al meer dan twee ton. Voor de collegevoorzitter van de Hogeschool Inholland geldt overigens hetzelfde.
Net als minister Plasterk is oppositiepartij SP minder laconiek over de Groningse salarisstijging. Kamerlid Jasper van Dijk stelde inmiddels vragen aan de bewindsman. Hij vindt de salarisstijging van dertig procent ‘volstrekt ongepast’ en stelt dat de medewerkers van de RUG last hebben van plaatsvervangende schaamte. [TdO/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?