Eén van zijn eerste columns schreef Azghari ruim vijf jaar geleden, precies een jaar na de moord op Pim Fortuyn. ‘Fortuyn opende terecht aanval op moslims’, was de kop. ‘Hij was niet laf. Hij wekte in ieder geval de indruk dat hij echt wat wilde verbeteren. Het is jammer dat zijn volgelingen dat idee hebben verkwanseld’, zegt Azghari in het interview.
Personen als Geert Wilders, Ayaan Hirsi Ali en Eshan Jami kwamen regelmatig in zijn columns voor. ‘Op tv, in de kranten stonden steeds weer de extreme polen tegenover elkaar. (…) Het podium was voor knuffelallochtonen en mediasletten. Er kwamen weinig andere opvattingen aan bod, de meerderheid zweeg.’
Azghari zegt in het interview in Trouw dat zijn columns nooit definitieve conclusies bevatten, maar voorlopige meningen. Die kunnen worden bijgesteld als je ouder wordt en door meer te luisteren en te discussiëren. ‘Ik heb geen kant en klare antwoorden. (…) Ik zeg iets en vraag de ander daarover na te denken.’
In zijn laatste column meldt de Avansdocent dat hij meer tijd gaat besteden aan het vervolg op zijn boek Cultuurbepaalde communicatie, over over de verschillen in communicatie in oosterse en westerse culturen. [SW]
Punt. Of had jij nog wat?