Dat blijkt uit de gisteren verschenen HBO-Monitor 2007. Bijna zeventienduizend alumni hebben anderhalf jaar na afstuderen vragen beantwoord over hun werk. De technici hebben de beste positie op de arbeidsmarkt. Slechts 1,9 procent van de afgestudeerden van voltijdse techniekopleidingen had eind 2007 geen baan. Ze werken het hoogste aantal uren per week en verdienen maandelijks 2290 euro bruto – tachtig euro meer dan in 2006.
Maar gerangschikt naar bruto uurloon staan, net als vorig jaar, de afgestudeerden in de gezondheidszorg bovenaan. Zij verdienen dankzij onregelmatigheidstoeslagen 14,80 euro per uur en steken daarmee boven de technici uit. Die krijgen 13,60 euro, maar werken vaker fulltime. Overigens zijn het niet de verpleegkundigen die zoveel verdienen, maar vooral de (oudere) afgestudeerden van de master-, leraren en kaderopleidingen in de gezondheidszorg die ook meetellen in de statistiek. Van de zorgbachelors verdienen de mondhygiënisten het meest.
Economen die een voltijdopleiding hebben gedaan verdienen voor het eerst sinds 1998 meer dan het gemiddelde uurloon: 13,20 euro. Maar omdat ze veel uren draaien, ontvangen zij het een na hoogste maandsalaris: 2290 euro. Dat van afgestudeerden toeristisch management is het laagst (1513 euro) en dat van bedrijfskundige informatici het hoogst (3431 euro).
Hoewel de werkloosheid onder jonge leraren sterk is afgenomen – van 5,7 naar 3,7 procent –bleef hun uurloon gelijk (12,70 euro). De leraren in exacte vakken verdienen het meest, maar die in maatschappijvakken doen daar nauwelijks voor onder. Het uurloon van onderwijzers is het laagst (12,29 euro).
De arbeidsmarktpositie van kunstenaars is van oudsher zwak. Hun bruto uurloon is gedaald naar 10,10 euro en daarmee op het laagste niveau sinds 1998. Een lichtpuntje lijkt te zijn dat 7,3 procent van hen werkloos is, tegen 12,3 procent in 2006. Bovendien heeft 81 procent van de betaald werkende kunstenaars een baan op niveau, tegen 79 procent bij de vorige meting. [HC/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?