Zo’n twee jaar geleden zat ik er nog middenin. Bijna vijf maanden heb ik er gestudeerd en helaas heb ik maar weinig meegekregen van de echte Finse cultuur. Afgelopen zomer ben ik daarom teruggegaan. Met mijn vriend. Om een beter beeld te krijgen van het mooie land.
De eerste stop was de hoofdstad van Midden-Finland, waar ik destijds het studentenleven heb leren kennen. Deze keer had ik mij echter voorgenomen om meer te zien van de stad in plaats van de binnenkant van de vele clubs en kroegjes.
Hoogtepunt was iets waar Finland, en deze stad in het bijzonder om bekend staat: rallyrijden. 124 auto’s streden om de felbegeerde titel in de World Rally Championship, waarvan de start in het skigebied was, onherkenbaar groen gemaakt door Moeder Natuur. De tweede stop was de hoofdstad: Helsinki. De uitgelezen plek om eens echt de toerist uit te hangen. De eerste drie dagen verbleven we bij vrienden.
We begonnen onze sightseeing op de boot naar de oude vestingwerken uit 1748, waar veel Finnen in de zomer gaan picknicken, wandelen of zwemmen. Die hadden we alvast in the pocket. Een bezoek aan het nationale kampioenschap atletiek (wat ik om de haverklap het NK bleef noemen) was een tweede punt voor ons. Ook daar konden we mee thuiskomen.
’s Avonds beleefden we onze eerste Finse verjaardag, die burgerlijk begon met taart maar eindigde met karaoke, wat de Finnen veranderde van extreem verlegen muurbloempjes in losgeslagen Lordi-immitators.
Na onze vrienden ‘moi moi’ gezegd te hebben verbleven we nog twee dagen in een hostel om als echte Japanners met de camera om de nek de rest van de stad te bezichtigen. Als persoonlijke tourguide hadden we het Marco Polo-boekje, waar álle bezienswaardigheden in staan. 300 foto’s en zes blarenpleisters verder hadden we eindelijk alles gezien. Missie geslaagd.
Finland zegt mij nu meer dan het ooit heeft gedaan.
Punt. Of had jij nog wat?