De lezing droeg de prikkelende titel ‘Ik krijg respect als ik een vrouw in drie dagen gebroken achter het raam krijg’. Deze uitspraak las Postuma een keer letterlijk in een rechtbankverslag. Het maakte haar nieuwsgierig naar wat mensenhandelaren drijft en hoe ze tot hun daderschap komen? Waarom kiezen die daders voor mensenhandel, of hoe belanden ze erin? En hoe gaan zij te werk?
Vier stromen
Postuma werkte eerder bij de gemeente en bij de politie, onder andere op het gebied van mensenhandel, maar nu werkt ze als zelfstandige: Buro Rens. De reden waarom zij haar onderzoek is gestart, is het feit dat de aanpak van mensenhandel in Nederland zich nu beperkt tot drie stromen: de opvang van slachtoffers, preventie aan de slachtofferkant en barrières opwerpen voor de daders
Postuma: ‘Denk bij dat laatste aan douanes, overheden en instanties als het UWV die door regels rondom paspoorten, werk- en verblijfsvergunningen proberen de omstandigheden tot mensenhandel te bemoeilijken. Deze drie stromen aanpakken zijn belangrijk, maar een vierde stroom krijgt nauwelijks de aandacht: de instroom van daders. Hoe wordt iemand mensenhandelaar?’
Slavernij
Mensenhandel is volgens Postuma een soort moderne slavernij: ‘Het is een misdrijf tegen de persoonlijke vrijheid, met uitbuiting als doel. In mijn onderzoek richt ik mij op gedwongen prostitutie. Wat is nou het profiel van zo’n dader van gedwongen prostitutie? Vaak is hij al crimineel. Niet alle daders zijn gewelddadig, sommige dreigen alleen met geweld. Velen hebben een niet-westerse achtergrond: Oost-Europeanen, Nigerianen. Maar ook autochtone Nederlanders doen in mensenhandel. Nederland is daarvoor aantrekkelijk, want hier is (vrijwillige) prostitutie legaal.’
Soms zijn daders vroeger zelf ook slachtoffer geweest: ‘Een man die zich als jongen prostitueerde, een hoer die op latere leeftijd een madam wordt. De daders rollen vaak binnen het criminele circuit de mensenhandel in, ze leren het “vak” van anderen. Ze helpen een vriend of neef eens om een meisje weg te brengen en zo begint het dan.’
Lage pakkans
De mensenhandel ingaan is voor jonge criminelen aantrekkelijk, volgens de onderzoekster. ‘Het is snel en makkelijk geld verdienen, terwijl de opgelegde straffen relatief laag zijn: maximaal 8 jaar kun je krijgen in Nederland, áls er al genoeg bewijslast is. De pakkans is laag. De prostituees worden gezien als goede handelswaar, want je kunt ze keer op keer opnieuw verkopen. Opvallend is dat de mannen in de wereld van de mensenhandel hoeren en vrouwen echt als twee verschillende soorten vrouwen zien. Prostituees zijn niks meer waard, in tegenstelling tot “schone” vrouwen.’
Waarom loopt een slachtoffer niet gewoon weg?, is volgens Postuma een veelgestelde vraag rondom deze problematiek. ‘Maar dat kunnen die vrouwen vaak niet. Ze zijn verlamd door pure angst voor hun pooier, of ze zijn juist bang voor de politie, omdat in hun thuisland de politie ook niet te vertrouwen is. Of ze schamen zich te erg en kunnen daardoor nergens heen. Daarbij komt ook nog dat de Nederlandse taal en de onbekendheid met onze wetten en regels barrières zijn: meisjes weten gewoon niet wat hun rechtspositie is.’
Passieve daders
En dan is er nog de groep “passieve daders”: de hoerenlopers. ‘Volgens de wet zijn zij nu geen daders. Maar klopt dat wel?’, vraagt Postuma zich af. ‘Kunnen en willen zij het verschil tussen gedwongen en vrijwillige prostitutie zien? Kunnen zij signalen opvangen bij de prostituees die zij bezoeken en willen zij die dan melden bij de politie? In Amsterdam wordt nu gekeken hoe de klanten bruikbaar zijn. Maar een prostituee laat niet altijd merken dat zij gedwongen achter het raam staat: als zij vrolijk lacht, lijkt er niks aan de hand, en dat moet ze wel om klanten te lokken.’ [LJ]
Punt. Of had jij nog wat?