Hij zou niet willen dat deeltijdstudenten 'in disproportionele mate worden getroffen door de langstudeerdersmaatregel', schrijft hij aan de Eerste Kamer. Dat had hij al eerder gezegd in een debat over zijn wetsvoorstel.
Onderzoek naar gevolgen
De senatoren namen het wetsvoorstel uiteindelijk aan, maar hebben Zijlstra gevraagd om de gevolgen van de langstudeermaatregel voor deeltijdonderwijs te onderzoeken. Met name het universitaire deeltijdonderwijs zou onder de maatregel te lijden hebben. Veel senatoren vinden dat niet kunnen. Ze willen bijvoorbeeld weten wat er gebeurt met docenten die zich in deeltijd willen bijscholen.
Zijn brief had er eigenlijk al kunnen zijn, maar de staatssecretaris wilde wachten op een advies van de Sociaal-Economische Raad over bijscholing en doorstuderen op latere leeftijd. Dit advies wordt nu voor de tweede keer uitgesteld en zal pas op 20 april verschijnen. Dat is te laat voor Zijlstra.
Wettelijke kaders
Zijlstra heeft de wettelijke kaders van het deeltijdonderwijs alvast laten analyseren. Hij bezint zich naar eigen zeggen op enkele maatregelen 'gericht op de toekomstbestendigheid van de kaders voor deeltijdonderwijs'.
Van Zijlstra moeten deeltijders eigenlijk net zo snel studeren als voltijders. Voor een driejarige universitaire bacheloropleiding krijgen de deeltijders – net als voltijders – vier jaar de tijd voordat ze ruim 3.000 euro extra collegegeld moeten betalen. En dat terwijl hun onderwijs vaak over vijf of zes jaar is uitgesmeerd.
Dit beleid verdedigde Zijlstra tot nu toe met drie argumenten. Deeltijd-hbo’ers gaan gemiddeld net zo snel als voltijd-hbo’ers, dus voor hen maakt het niet uit. Deeltijd-wo’ers doen er langer over, maar daar zijn er niet zo veel van. Bovendien zou er een maas in de wet ontstaan als deeltijders meer tijd krijgen dan voltijders: studenten kunnen dan overstappen op de deeltijdvariant om de langstudeerboete te ontlopen. [BB/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?