Een James Bond-auto met mitrailleurs aan de voorkant en een schietstoel voor de passagier. Dat lijkt Paul Rüpp wel wat om in te rijden. In plaats daarvan moet hij het de eerste jaren nadat hij zijn rijbewijs heeft gehaald doen met de auto van zijn huidige vrouw: een lelijke rode eend met linnen dak.
Hoogste snelheid
En dat is niet nou niet bepaald de ideale auto voor iemand die onderweg van opschieten houdt. ‘Ik ben redelijk ongeduldig, dus ik rijd graag hard’, zo valt te lezen in het autokatern van het Brabants Dagblad van vandaag. ‘De hoogste snelheid die ik ooit heb gereden, is rond de 230 kilometer per uur geweest met mijn Volvo S80, een heerlijke wagen. Dat was op de Duitse Autobahn toen ik voor Beter Bed in Duitsland werkte.’
Wie zich zo vaak achter het stuur nestelt, kampt geregeld met ergernissen in verkeer. Zo ook Rüpp: ‘Als mensen tergend langzaam inhalen, dan hang je voor je gevoel úren achter zo'n auto. Als ik alleen in de auto zit, kan ik vreselijk schelden op dergelijke weggebruikers. Als het heel erg wordt, zit ik soms te gillen. Maar dat horen ze toch niet, denk ik.’
Kleinkinderen
In al het geweld van paardenkrachten, brandend rubber en scheldkanonnades toont Paul Rüpp zich ook van de familiaire kant. Op de vraag wat hij zou doen met de allerlaatste tank benzine, antwoordt hij: ‘De laatste liter bewaar ik in een fles voor de kleinkinderen: “Kijk, met deze vloeistof konden opa en oma zich verplaatsen toen er nog genoeg van alles op aarde was”.’ [CT]
Punt. Of had jij nog wat?