In 2010 hield de invloedrijke commissie-Veerman het hoger onderwijs tegen het licht en zag nogal wat tekortkomingen. De uitval is te hoog, de kwaliteit van docenten laat te wensen over, het onderzoeksniveau daalt en de internationale oriëntatie is gebrekkig, aldus het rapport.
Tijd voor actie dus. De maatregelen die voortvloeien uit het advies zullen het hoger onderwijs de komende jaren ingrijpend veranderen. Huidige studenten merken daar minder van dan de tieners die de komende jaren eindexamen doen.
2013: experiment bindend studieadvies
{mosimage}Onderwijsminister Bussemaker wil hogescholen en universiteiten laten experimenteren met een bindend studieadvies (bsa) in het tweede en derde studiejaar. Wie niet genoeg punten haalt, moet dan alsnog vertrekken. Opleidingen mogen alleen met nieuwe studenten experimenteren. Huidige studenten hoeven zich alleen zorgen te maken over het tempo in hun eerste studiejaar.
Welke instellingen meedoen, wordt in juni duidelijk. De minister verzekert de Tweede Kamer dat studenten tijdens het experiment altijd de mogelijkheid houden om te kiezen voor een studie zonder bsa voor ouderejaars.
2013: dezelfde titel voor hbo- en wo-afgestudeerden
Hbo-afgestudeerden mogen zichzelf tot nog toe geen bachelor/master of arts dan wel bachelor/master of science noemen. Zo mag een fysiotherapeut de titel bachelor of health voeren, maar niet het internationaal gebruikelijke bachelor of science.
Hier komt per september 2013 verandering in, als de Tweede Kamer althans akkoord gaat met een wetsvoorstel van het kabinet. Er komen voor afgestudeerde hbo’ers nieuwe titels, die voor een groot deel van de opleidingen gelijk zijn aan academische titels.
2014: basisbeurs verdwijnt
{mosimage}Studenten die in september 2014 aan hun bachelor óf master beginnen, krijgen geen basisbeurs meer. Het kabinet wil een zogeheten ‘sociaal leenstelsel’ invoeren, wat betekent dat studenten tegen gunstige voorwaarden kunnen lenen bij DUO. De opbrengst van de maatregel gaat naar het primair en voortgezet onderwijs, het mbo en naar wetenschappelijk onderzoek. Slechts een klein deel van het geld blijft behouden voor het hoger onderwijs, maar het is nog niet duidelijk wat er precies mee gebeurt.
De aanvullende beurs voor studenten uit armere gezinnen blijft wel bestaan, al krijgen studenten met weigerachtige of onvindbare ouders in de huidige plannen geen extra geld meer. Onderwijsminister Bussemaker onderzoekt nog of er voor sommige van hen toch nog een uitzondering kan worden gemaakt.
2014: hoger collegegeld
‘Excellente’ opleidingen mogen vanaf september 2014 meer collegegeld vragen. Eerst moeten ze kwaliteitsbewaker NVAO van hun klasse overtuigen en daarna moet de minister nog persoonlijk toestemming geven. Het bedrag is maximaal vijf keer het wettelijke collegegeld, oftewel zo’n negenduizend euro.
Studenten die al bezig zijn met een opleiding die toestemming krijgt om meer collegegeld te vragen, hoeven niet ineens meer te betalen. Het tarief moet weer omlaag als de opleiding niet langer excellent is of als het hoge collegegeld de toegankelijkheid van het hoger onderwijs in gevaar brengt.
2014: voor 1 mei aanmelden
Vanaf 2014 moeten scholieren zich vóór 1 mei aanmelden bij de bacheloropleiding van hun keuze. Door de vroege aanmelddatum is er tijd voor ‘matchingsactiviteiten’, waar aspirant-studenten verplicht aan mee moeten doen. Ze krijgen een advies of de gekozen studie wel bij hen past. Zo niet, dan mogen ze nog switchen naar een andere opleiding aan dezelfde instelling. Wie naar een andere hogeschool of universiteit wil, is overgeleverd aan de bereidwilligheid van de bewuste instelling.
Om de keuze iets makkelijker te maken, moeten alle opleidingen vanaf 2014 in hun wervingsfolders informatie geven over het aantal contacturen, de baankansen van afgestudeerden en de uitval onder eerstejaars.
2014: doorstroommaster verdwijnt, maar eigenlijk niet
Vanaf september 2014 verdwijnt de ‘doorstroommaster’ uit de wet. Dan mogen masteropleidingen al hun studenten selecteren, zelfs als die van hun ‘eigen’ bacheloropleidingen komen. Maar onderwijsminister Bussemaker wil niet dat er studenten buiten de boot vallen. Als sommige afgestudeerde bachelors nergens worden toegelaten, kan zij universiteiten en hogescholen verplichten hen zonder nadere eisen toegang te geven tot een masteropleiding.
2014: selectie aan de poort voor mbo’ers
Voor sommige mbo’ers wordt het moeilijker om naar het hoger onderwijs te gaan. Zij moeten een selectieprocedure doorlopen en kunnen geweigerd worden voor de hbo-opleiding van hun keuze. Op dit moment kan een mbo’er met een techniekdiploma toegang krijgen tot bijvoorbeeld verpleegkunde, een opleiding die niet aansluit op zijn kennis en praktijkervaring. Dat zit er vanaf september 2014 waarschijnlijk niet meer in. Wel kunnen mbo’ers ongehinderd doorstromen naar hbo-opleidingen die ‘verwant’ zijn. Ook wordt hun geen strobreed in de weg gelegd als ze kiezen voor een opleiding waar havisten en vwo’ers zonder specifiek vakkenpakket terecht kunnen.
2016: ov-kaart verandert
Onderwijsminister Bussemaker wil rond de vierhonderd miljoen bezuinigen op de ov- studentenkaart. Alle studenten – ook de huidige – krijgen vanaf 2016 een ‘ov-arrangement’ in plaats van een kaart waarmee ze vrij kunnen reizen in het weekend of door de week. Hoe dat arrangement er precies uit gaat zien, is nog niet bekend. Staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur bekijkt meerdere opties. In Punt06 worden wat opties geschetst.
Bovenstaande maatregelen zijn nog niet allemaal goedgekeurd door het parlement. Het kabinet krijgt nog een harde dobber aan het afschaffen van de basisbeurs en de ov-kaart, omdat coalitiepartijen PvdA en VVD in de Eerste Kamer geen meerderheid hebben. Bovendien heeft het debacle van de langstudeerboete laten zien dat niets zo veranderlijk is als de Nederlandse politiek. [PV/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?