In het wegwerken van het oude werk wemelt reeds het stof van het nieuwe werk. Badend in een zee van zonlicht zien we het niet. De korte onderbreking van een paar weken zwelt aan tot een tijdsgewricht. Gespannen als een veer met een hoofd vol muizenissen: het blokje kaas voor ogen. Klik! Ergens op een camping. Aan het strand. Op het dek van een cruiseschip. In de rij voor een museum. In een overvolle bus. Plotseling klooft het denken.
Mij overkwam het in een zonovergoten tuin van een prachtig huis in Luxemburg. In de weldadige stilte van de namiddag blikte ik op naar de strakblauwe lucht en dacht aan vakantie. Als een door het absurdisme bepaalde procedure voltrok zich mijn gedachtegang. Ik stelde me voor dat ik God was en mijzelf zag zitten in die tuin. Ik dacht aan alle andere vakantiegangers. Honderd of duizend kilometer van huis. Belevingsverschuiving op grond van verplaatsing. Wat, zo dacht ik, is nu feitelijk het verschil met mijn eigen tuin? Waarom verruilt een mens zijn goed geoutilleerde huis voor een overvolle camping? De behoefte om mooie, nieuwe dingen te zien? Landschappen doorkruisen en de gewoonten van de anderen gebruiken om de eigen gewoonte te doorbreken?
Toen wist ik het: vakantie is een illusie. Op zijn best het ritueel van de voorzichtig radeloze. Werkers in de wijngaard die eenmaal per jaar van de wijn mogen proeven. Daar, in die tuin toonde vakantie al verdwijnend haar ware gezicht. Opgelucht nam ik me voor om te reizen, te bezoeken, te omzwerven, maar om nooit meer op vakantie gaan.
Wim Boluijt is docent aan de Academie voor Sociale Studies Breda
Punt. Of had jij nog wat?