Wethouder Ruud Schouten en Avanslector Sjaak Khonraad vertelden over het onderzoeksproject. De bedoeling is dat de (docent-)onderzoekers van Avans gaan meekijken met hulpverleners en gemeenteambtenaren. Khonraad: ‘We gaan bij instellingen binnen kijken en de verhalen, de levensverhalen het liefst, van de professionals optekenen.’ In Den Bosch lopen elf projecten met risicojongeren, veelal los van elkaar.
Risicojongeren
Twee pilots zijn al gestart: het EV onderzoekt Traject op Maat (kortweg T.O.M.) en de inzet van leerplichtambtenaren in Den Bosch, beide gericht op zogeheten ‘risicojongeren’. T.O.M. is voor vroegtijdig schoolverlaters in Den Bosch. Zij worden persoonlijk begeleid bij het vinden van een (nieuwe) opleiding, school of werk. Maar ze doen bijvoorbeeld ook droppings of schilderworkshops. Vier schilderijen werden tijdens het seminar getoond.
{mosimage}
De gemeente Den Bosch is enthousiast over de samenwerking. ‘Ik werd vooral getriggerd door de termen actie- en oplossingsgericht onderzoek van Avans. Dat soort onderzoek zouden we in Nederland vaker moeten doen’, juicht Henny Wibbelink, leidinggevende van de afdeling Jeugd en Onderwijs van de gemeente.
Van de 25.000 jongeren in Den Bosch ziet Wibbelink er jaarlijks duizend langskomen ‘met wie niet altijd alles goed gaat’. ‘Het gaat dus absoluut niet slecht in onze stad of met onze jongeren, maar het kan beter.’ Wibbelink ervaarde de laatste maanden al hoe Sjaak Khonraad, ‘als een vlieg op de muur’, haar afdeling observeerde en bewust maakte van gedrag en gewoontes. ‘Ik ben benieuwd wat er nog meer uit dit onderzoek gaat komen.’
Profijt voor onderwijs
Uiteraard moet uiteindelijk niet alleen de gemeente Den Bosch beter worden van de samenwerking. Ook Avans heeft profijt, door haar onderwijs te verbeteren. Zo’n dertig docenten zullen aan het onderzoek mee gaan werken. ‘Wij leiden onze studenten op voor complexe beroepen’, meent Tonnie Huibers, directeur van de Academie voor Sociale Studies ’s-Hertogenbosch (ASH).
‘Elk jaar komen bij ASH honderden nieuwe studenten binnen, die zeggen: “ik wil graag mensen helpen”. Toch hebben we in ons derde jaar een relatief hoge uitval omdat onze studenten dan tijdens hun stage pas écht en langdurig te maken krijgen met ellende als mishandeling of armoede. Een confrontatie met de harde realiteit die velen van hen nog niet kennen.’
Samenwerking tussen werkveld en onderwijs is volgens Huibers daarom cruciaal, zodat de Avansstudenten niet worden opgeleid voor een beroepspraktijk die ondertussen alweer helemaal veranderd is. ‘Een realistisch toekomstbeeld geven van de welzijnssector voorkomt teleurstellingen en brengt betere professionals voort.’ [LJ]
Punt. Of had jij nog wat?