Jaarlijks belanden er rond de 1.900 jongeren in een justitiële jeugdinrichting. Hiervan is 95% een jongen. Avansdocent Marie-José Geenen heeft in haar promotieonderzoek onderzocht hoe de relatie tussen de jongeren en hun groepsleiders verbeterd kan worden.
Groepsleiders hebben een belangrijke rol in het leven van de jeugddelinquenten. Ze maken hun eten klaar, sporten met ze en leren ze sociale vaardigheden aan. Ze kunnen het gedrag van de jongeren bijsturen. Hierdoor hebben ze soms een grotere invloed dan bijvoorbeeld een gedragsdeskundige die de jongeren individueel begeleid.
Verwachtingen
Marie-José Geenen, docent aan de Academie voor Sociale Studies Breda en verbonden aan het Expertisecentrum Veiligheid, observeerde de jongeren en hun groepsleiders, vroeg daarna naar de behoefte van de jongeren en koppelde dat terug aan hun begeleiders. Die vertelden daarna wat hun verwachtingen zijn.
Geenen: ‘Jongeren vinden het erg prettig als de begeleider oprecht is, doet wat hij belooft en laat zien waar hij mee bezig is. Groepsleiders verwachten vooral eerlijkheid van de jongeren.’
Sleutelfiguur
De docent geeft ook advies aan de justitiële jeugdinrichting: ‘Om dit waar te maken, moet er vooral wat veranderen bij de groepsleiders. Zij zijn het sleutelfiguur. Ze moeten beter met elkaar overleggen over de aanpak binnen de groep en elkaar feedback geven. Ook de band binnen de groep moet goed zijn. Het doel van mijn onderzoek is dat we uiteindelijk jongeren in inrichtingen nog beter kunnen helpen.’
Geenen deed onderzoek bij de justitiële inrichting Den Hey-Acker in Breda. Daar verblijven zo’n zeventig jongens van twaalf tot eenentwintig jaar. ‘Meisjes zitten er bijna niet in dit soort inrichtingen. Het onderzoek is dus vooral op jongens gericht. Ik denk wel dat mijn onderzoek in bredere zin kan worden toegepast, dus ook voor jongeren die in andere inrichtingen zitten.’
Marie-José Geenen promoveert 19 december aan de Open Universiteit.
wlm
sluit hun idee over oprechtheid ook aan bij dat van de maatschapij of mij?