Hogescholen willen best prestatieafspraken maken, maar dan alleen met hun eigen studenten, docenten en andere belanghebbenden. ‘Naming and shaming’ zal hen scherp houden.
Een boete of beloning van de minister werkt averechts, zei Arie Slob donderdag bij de presentatie van zijn advies aan de Vereniging Hogescholen. De voormalige voorman van de ChristenUnie denkt dat hogescholen juist harder gaan lopen als er geen prijskaartje hangt aan het al dan niet nakomen van afspraken.
Uit de gesprekken die zijn commissie met hbo-bestuurders voerde, bleek dat sommige hogescholen geld op de plank hielden, uit angst voor een financiële straf van de minister. Dat besteedden ze dus niet aan beter onderwijs. Bovendien vindt Slob het vreemd dat instellingen minder geld krijgen als ze hun doelen niet halen. Daardoor hebben ze immers minder middelen om hun onderwijs alsnog te verbeteren.
Papieren tijger
Vanuit de zaal vroeg VVD-senator Jan Anthonie Bruijn of de prestatieafspraken geen papieren tijger worden als er geen geld vanaf hangt. Slob denkt van niet. Als hogescholen eerlijk in hun jaarverslag schrijven wat er terechtkomt van de prestatieafspraken die ze met hun studenten, docenten en de werkgevers in hun regio maken, dan wordt volgens hem ook landelijk duidelijk wie er goed en minder goed presteren. Dat leidt tot ‘naming and shaming’ en dat zal de instellingen bij de les houden.
Voorzitter Thom de Graaf van de Vereniging Hogescholen is blij met het advies van Slobs commissie, dat volgens hem “staat als een huis”. Ook hij erkent dat openheid in jaarverslagen erbij hoort als voor ‘horizontale’ prestatieafspraken kiest. “Het moet net als bij de ‘verticale’ prestatieafspraken met de minister duidelijk zijn wat ervan terechtkomt. En als een hogeschool niet waarmaakt wat ze hoort te doen, dan moet de minister ingrijpen.”
Medio maart zal een andere commissie de prestatieafspraken evalueren. Die commissie heeft minister Bussemaker zelf ingesteld.
Punt. Of had jij nog wat?