Het nieuwe leenstelsel levert een miljard euro op voor het hoger onderwijs, zeggen VVD en D66 vandaag. Is dat echt zo of rekenen ze zich rijk?
Op BNR Nieuwsradio gingen drie Kamerleden van VVD, D66 en CDA met elkaar in debat over het onderwijs. Daar bestookten ze elkaar – zoals ze wel vaker doen – met de opbrengst van het nieuwe leenstelsel, waarin de basisbeurs is afgeschaft.
Het zou volgens Kamerleden Pieter Duisenberg (VVD) en Paul van Meenen (D66) een miljard euro opleveren. Daar denkt Michel Rog (CDA) heel anders over. Volgens hem is het maar 620 miljoen euro.
Goochelcijfers
“Hij heeft zijn eigen goochelcijfers”, zei VVD’er Duisenberg over zijn CDA-collega. “Ik kan de tabellen er zo bijhalen.” Omgekeerd vond Rog dat zijn tegenstanders ‘alternatieve feiten’ aandroegen.
De partijen baseren zich alle drie op een tabel van het ministerie waarin de opbrengst van het leenstelsel is berekend voor de jaren tot 2035. Er staat ook bij wat het leenstelsel in de verre toekomst oplevert.
Het afschaffen van de basisbeurs maakt 920 miljoen euro vrij, maar daar gaat geld vanaf: de aanvullende beurs is bijvoorbeeld verhoogd en studenten met een beperking krijgen een beetje studieschuld kwijtgescholden.
Dus is de werkelijke opbrengst lager. Het bedrag groeit van tweehonderd miljoen euro in de eerste jaren naar ruim achthonderd miljoen in 2026. Daarna zakt het weer terug naar zo’n 730 miljoen euro in de jaren dertig van deze eeuw. En op termijn wordt dat 620 miljoen euro. Dat lage bedrag hanteert Michel Rog.
Maar meer dan zo’n achthonderd miljoen wordt het niet. Hoe komen VVD en D66 dan aan het miljard dat ze in het radioprogramma noemen? Dat heeft te maken met het openbaar vervoer waar studenten gebruik van maken.
Ov-kaart
De partijen van het ‘studievoorschot’ (behalve VVD en D66 zijn dat PvdA en GroenLinks) hebben namelijk bedacht dat de ov-studentenkaart goedkoper kan worden door studenten vaker buiten de spits te laten reizen. Dat moet op termijn een bezuiniging van 200 miljoen euro opleveren. Die bezuiniging heeft weinig met de basisbeurs te maken, maar de vier partijen rekenen dat geld wel mee.
Alles bij elkaar komt er dus inderdaad ruim een miljard euro extra beschikbaar voor het hoger onderwijs, maar alleen in het jaar 2026. En alleen als de ov-studentenkaart inderdaad goedkoper wordt.
En een kleine voetnoot daarbij: van dat miljard in 2026 is 118 miljoen euro bestemd voor ‘vouchers’. Dat zijn tegoedbonnen voor de eerste drie lichtingen bachelorstudenten die geen basisbeurs krijgen. Omdat zij nog niet profiteren van de aankomende kwaliteitsverhoging, mogen ze vijf tot tien jaar na afstuderen nog tweeduizend euro besteden aan extra onderwijs.
Punt. Of had jij nog wat?