Universiteiten en hogescholen moeten de keuze voor Engels- of Nederlandstalig onderwijs aan hun opleidingen overlaten, vindt de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).
Is Engelstalig hoger onderwijs een vloek of een zegen? Voor- en tegenstanders roeren zich, er dreigt zelfs een rechtszaak van actiegroep Beter Onderwijs Nederland tegen de Staat. Vandaag komt wetenschapsgenootschap KNAW met een langverwachte ‘verkenning’ over dit onderwerp.
In een notendop komt het hierop neer: laat opleidingen de keuze voor hun onderwijstaal goed onderbouwen. Dus weg met ambities als ‘alle masteropleidingen in het Engels’ of ‘minstens zoveel procent van de opleidingen moet Engelstalig zijn’.
En als opleidingen voor Engels kiezen, dan moeten ze vooral zorgen dat de kwaliteit overeind blijft, zegt de Utrechtse hoogleraar rechtsgeleerdheid Janneke Gerards, voorzitter van de KNAW-commissie die het rapport schreef.
Kiezen nu te veel opleidingen hals over kop voor Engels?
“Er zijn goede argumenten voor Engels in het hoger onderwijs, maar wij zeggen vooral dat je de taalkeuze per opleiding moet maken. En als je inderdaad voor Engels kiest, moet je het zo goed mogelijk doen.”
Moeten alle docenten dan verplicht op cursus?
“Nee, we willen geen nieuwe hoepeltjes waar iedereen doorheen moet springen. Je moet inspelen op de behoeften die docenten hebben. Vinden ze het moeilijk om papers te corrigeren in het Engels? Of is het vooral lastiger om spontaan een goed voorbeeld te bedenken wanneer je Engels spreekt? Als je dat eenmaal weet, kun je docenten helpen met coaching of een cursus.”
U geeft zelf ook internationale studenten les. Heeft u coaching gehad?
“Nee, maar ik weet zeker dat ik er wel bij gebaat zou zijn. In die zin is het ook een advies aan mijzelf, inderdaad.”
Critici zeggen dat je in het Engels nooit zo goed kunt lesgeven als in het Nederlands.
“Dat kunnen we niet in het algemeen vaststellen. Het is wel met elkaar verbonden, maar sommige mensen kunnen gewoon heel goed lesgeven: dan maakt het studenten niet zoveel uit als hun Engels niet perfect is.”
Hoe moet een opleiding dan de afweging maken?
“Je moet kijken wat een student uiteindelijk nodig heeft op de arbeidsmarkt, en dat is heel divers: sommigen komen in de wetenschap terecht, anderen in het internationale bedrijfsleven, weer anderen werken in een Nederlandstalige omgeving. Daarom kun je ook op verschillende manieren voor Engels kiezen. Sommigen moeten goed Engels kunnen schrijven, voor anderen is het genoeg als ze het moeiteloos kunnen lezen.”
En in de Engelstalige opleidingen moeten zowel buitenlandse als Nederlandse studenten alsnog Nederlands leren, staat in het advies.
“Voor buitenlandse studenten is dat belangrijk als we willen dat ze hier blijven werken: ze moeten hun collega’s kunnen verstaan. En als Nederlandse studenten op de Nederlandse arbeidsmarkt terechtkomen, moeten ze bijvoorbeeld een advies kunnen schrijven of een cliënt te woord staan.”
Wordt het onderwijs inderdaad beter van buitenlandse studenten?
“Het onderwijs wordt er anders van. Als ik in het Engels lesgeef, dan kan ik geen Nederlandse jurisprudentie gebruiken. Maar daar staat tegenover dat studenten uit andere landen heel nieuwe inzichten kunnen geven. Een Hongaarse student die in zijn thuisland een ‘illiberal democracy’ ziet ontstaan, kijkt anders naar het internationale recht dan een Nederlandse student.”
In het rapport staat ook dat hogescholen soms verder zijn met de kwaliteitszorg voor hun Engelstalige onderwijs dan de universiteiten. Hoe kan dat?
“Ze hebben een andere focus, ze bereiden hun studenten voor op de beroepspraktijk. Je ziet dat sommige hogescholen al ver zijn met individuele coaching voor hun docenten. Ook betrekken ze vaak een taaldidacticus bij de ontwikkeling van nieuw, Engelstalig onderwijs. Dat zijn echt best practices waar universiteiten van kunnen leren. Maar omgekeerd kunnen hogescholen ook leren van universiteiten en hun skills labs. Ze moeten met elkaar in gesprek gaan.”
Uw commissie kijkt er tamelijk praktisch naar, maar op de achtergrond speelt ook een ideologische discussie over open grenzen en migratie.
“Die discussie hebben we met opzet vermeden. Wij hebben vooral gekeken welke argumenten er nu spelen in dit debat en welke effecten Engelstalig onderwijs heeft.”
Moesten jullie op eieren lopen?
“We hebben natuurlijk alles zorgvuldig gelezen wat men hierover in de media schreef. Misschien hebben we een paar eieren vertrapt. Dat zullen we wel merken de komende dagen.”
Punt. Of had jij nog wat?