Onder Rutte III gaat de financiering van het hoger onderwijs op de schop: technische opleidingen krijgen meer geld. Ook wil het kabinet Engelstalig onderwijs aan banden leggen. En de rente op studieleningen gaat omhoog.
Dat staat in het regeerakkoord van de vier partijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. Ook gaat het komende kabinet selectie aan de poort inperken en moeten bacheloropleidingen een studentenstop voortaan beter onderbouwen.
Studiekosten
Vrijdag was al uitgelekt dat eerstejaarsstudenten voortaan 1.000 euro korting op hun collegegeld krijgen. Dat geldt ook voor tweedejaarsstudenten van de pabo. “Hiermee maken we studeren aan de (academische) pabo extra aantrekkelijk”, hopen de partijen.
Maar studenten moeten er zelf voor betalen. De rente op studieleningen gaat omhoog en volgens de berekeningen van het Centraal Planbureau levert dat de schatkist zo’n tweehonderd miljoen euro op: precies het bedrag dat de partijen nodig hebben om het collegegeld te verlagen.
De basisbeurs keert niet meer terug. Ook zwijgt het regeerakkoord in alle talen over de aanvullende beurs, die kennelijk niet wordt uitgebreid.
Engels & internationaal
Opleidingen moeten beter over hun voertaal nadenken. “Het kabinet ziet scherper toe op de naleving van de wet dat opleidingen alleen Engelstalig zijn wanneer dit een toegevoegde waarde heeft”, staat er in het akkoord. Bovendien moeten er voldoende Nederlandstalige opleidingen zijn, waarschuwen de partijen.
Maar buitenlandse studenten blijven welkom. Sterker nog, het kabinet wil het Nederlandse onderwijs nog aantrekkelijker maken voor buitenlandse studenten – met behoud van de toegankelijkheid, staat erbij.
Dat laatste gaat vermoedelijk over de fixusopleidingen: met name het CDA wil dat Nederlandse studenten daarin voorrang krijgen.
Selectie en studentenstop
De regeringspartijen maken zich zorgen over selectie in de masterfase. Masteropleidingen mogen hun studenten blijven selecteren, maar moeten straks aan strengere voorwaarden voldoen: de methodes voor selectie moeten “transparant en eerlijk” zijn en iedere afgestudeerde bachelorstudent krijgt het recht op toegang tot minstens één masteropleiding binnen het eigen vakgebied.
Bacheloropleidingen mogen niet langer op eigen houtje besluiten tot het instellen van een numerus fixus als ze te veel studenten verwachten. Ze moeten hun beslissing adequaat onderbouwen. “Zo niet, dan kan de minister het besluit blokkeren.”
Technische opleidingen
Vooral de technische universiteiten klagen al jaren dat ze de toeloop van studenten nauwelijks aankunnen. De komende regering wil de technische opleidingen daarom meer geld geven, ten koste van andere opleidingen. Dus wordt de bekostigingssystematiek voor het hoger onderwijs herzien, “met daarbij specifieke aandacht voor technische opleidingen”.
Meer geld voor wetenschap
Ook de technische wetenschappen kunnen meer geld tegemoet zien. De overheid gaat het geld voor wetenschappelijk onderzoek koppelen aan “onderzoeksinspanningen, wetenschappelijke kwaliteit en maatschappelijke impact”, aldus het akkoord. “Speciale aandacht gaat uit naar technische wetenschappen en onderzoeksgroepen die te maken hebben met hoge kosten.”
Onderzoeksfinancier NWO moet hierin meegaan. Die “geeft prioriteit aan fundamenteel onderzoek in het kader van de Nationale Wetenschapsagenda en de Topsectoren, met de nieuwe focus”, zegt de nieuwe regering. De vrije competitie blijft in stand.
Er moet wel voldoende ruimte “zijn en blijven” voor vrij onderzoek, staat in dezelfde alinea. “Het budget voor fundamenteel onderzoek wordt stapsgewijs verhoogd tot jaarlijks 200 miljoen structureel vanaf 2020. Eenzelfde intensivering vindt plaats op het budget voor toegepast onderzoek en innovatie.” Ook wil het kabinet de onderzoekinfrastructuur versterken met twee maal vijftig miljoen euro.
Kwaliteitsafspraken
De omstreden prestatieafspraken in het hoger onderwijs komen in een nieuwe gedaante weer terug. Ze heten nu kwaliteitsafspraken. Daaraan wordt de opbrengst van het nieuwe leenstelsel gekoppeld. Het gaat om honderden miljoenen euro’s per jaar.
Het idee is deze keer dat universiteiten en hogescholen zelf doelstellingen en indicatoren kiezen. Het ministerie van OCW checkt alleen of die doelen in de landelijke Strategische Agenda passen. Een onafhankelijke commissie gaat toetsen of de onderwijsinstellingen hun doelstellingen behalen. Zo niet, dan krijgen ze minder geld.
De vorige keer kregen zes hogescholen minder geld omdat ze niet aan de afspraken met het ministerie van OCW voldeden.
Voortgezet onderwijs
Hoe worden toekomstige studenten voorbereid op een studie in het hoger onderwijs? De rekentoets verdwijnt, maar het rekenonderwijs wordt beter, beloven de partijen. Ook wordt het mogelijk om in sommige schoolvakken examen te doen op een ander niveau, bijvoorbeeld havo met een paar vakken op vwo-niveau.
Dat laatste zou een ommezwaai in het voortgezet onderwijs kunnen betekenen, want wat zijn diploma’s straks nog waard en hoe krijg je toegang tot het vervolgonderwijs? Het kabinet gaat de waarde van diploma’s in de gaten houden en kijkt ook of leerlingen niet stiekem afzakken naar een lager niveau omdat ze toch wel toegang krijgen tot de opleiding van hun keuze.
Steven van der Minne
Sigaar uit eigen doos? Dat is misschien nog acceptabel. Je krijgt iets en je levert iets in. Maar voor wie dit jaar begonnen is, zijn er alleen hogere leenkosten. Is dit een bewuste keuze of gewoon broddelwerk?