D66 wilde 1,4 miljard liever in onderwijs steken

D66 zou de dividendbelasting liever behouden en de opbrengst aan onderwijs besteden, zei partijleider Alexander Pechtold gisteren in de Tweede Kamer. Maar net als de andere coalitiepartijen bleef zijn partij premier Rutte steunen.

Buitenlandse beleggers in Nederlandse bedrijven krijgen vanaf volgend jaar 1,4 miljard euro cadeau van het kabinet. De afschaffing van de dividendbelasting stond in geen enkel verkiezingsprogramma, maar kwam wel in het regeerakkoord. Een goede onderbouwing leek er niet te zijn.

Problemen
Het kwam de regeringspartijen op zware kritiek te staan, maar premier Rutte kwam pas echt in de problemen toen er ambtelijke memo’s bleken te bestaan over de maatregel. Sterker nog, zijn partijgenoot Eric Wiebes, minister van Financiën, had er zelf een stuk over geschreven. Eerder ontkende Rutte dat zulke stukken er waren.

Het resulteerde gisteren in een zwaar debat voor de regeringspartijen, vooral omdat het afschaffen van de dividendbelasting zo’n onduidelijke maatregel is: niemand weet precies waarom het buitenlandse bedrijfsleven 1,4 miljard euro cadeau moet krijgen. Ja, het zou goed zijn voor het vestigingsklimaat, maar zelfs regeringspartijen twijfelen daaraan.

Moeilijk
Zo zei D66-fractievoorzitter Pechtold gisteren: “Geïsoleerd is die maatregel moeilijk uit te leggen, zeg ik u; ik zag er dan ook niks in. Dat mijn fractie het bedrag liever had uitgegeven aan onderwijs, is geen nieuws.”

Maar “binnen het totaalpakket” vond hij de maatregel wel te verdedigen. “Met het regeerakkoord gaan bedrijven meer belasting betalen. Mensen krijgen een lastenverlichting van meer dan 5 miljard, om precies te zijn. De financiële ongelijkheid neemt af.”

Het was vrij schieten voor de oppositie, want met 1,4 miljard kun je veel doen. Jesse Klaver van GroenLinks zei: “Dat is geld dat we dus niet in Nederland kunnen uitgeven, niet kunnen investeren in de zorg en niet kunnen investeren in het onderwijs.”

Liegen
Toch kwamen alternatieve bestemmingen voor de 1,4 miljard verder nauwelijks ter sprake. Het debat ging vooral over liegen of ‘niet de waarheid spreken’ en het geheugen van de premier.

De voltallige oppositie, met uitzondering van de SGP, steunde uiteindelijk een motie van afkeuring. De regeringspartijen deden dat niet en die hebben de meerderheid, dus kan het kabinet door.