Studenten van buiten Europa mogen voortaan meer uren werken naast hun studie. Ook krijgen ze meer gelegenheid om stage te lopen. De nieuwe regels zijn deze week ingegaan.
Dankzij de nieuwe Europese richtlijnen kunnen studenten van buiten de EU nu zestien uur per week werken, meldt internationaliseringsorganisatie Nuffic. Dat is zes uur meer dan tot nu toe. “De EU-richtlijn schrijft minimaal vijftien uur per week voor”, zegt Nuffic-beleidsmedewerker Floor van Donselaar, “Nederland heeft daar zestien uur van gemaakt, wat neerkomt op twee volle werkdagen.”
Minder rompslomp
De EU wil het met deze richtlijnen makkelijker maken voor internationals om in Europa te studeren en een bijbaan te hebben. De zogeheten derdelanders – van buiten de EU – hebben wel een werkvergunning nodig om in Nederland aan de slag te gaan. Die moet de werkgever aanvragen bij het UWV, maar ook dat is makkelijker geworden, zegt Van Donselaar. “De aanvraagformulieren zijn overzichtelijker, zodat het voor een werkgever niet al te veel rompslomp is.”
Werkervaring
Een aanvraag voor een werkvergunning wordt volgens haar niet vaak afgewezen. Maar de vergunningen worden ook niet vaak aangevraagd, zegt zij. Hoe dat komt is niet duidelijk. “Misschien aarzelen werkgevers omdat ze de regels niet goed kennen. Of ze vrezen een hoop papierwerk”, vermoedt ze. Het ligt wellicht ook aan de studenten zelf. “Ze komen hier om te studeren, dus een bijbaan heeft niet altijd prioriteit.”
Ook de regelgeving rondom stages is voor niet-EU-studenten verruimd. Wie niet langer dan twee jaar geleden is afgestudeerd, mag voortaan maximaal een jaar stagelopen in Nederland. Vroeger mochten studenten van buiten de EU alleen tijdens hun studie werkervaring opdoen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Om te voorkomen dat buitenlandse alumni onder het mom van een stage onderbetaald werk gaan doen, is ook voor een stage een werkvergunning nodig.
Punt. Of had jij nog wat?