Alles is bezet. De bench press, de squatrekken en zelfs de curlsmachines. Alles is bezet. De moed zakt me een beetje in de schoenen, terwijl ik toch besluit om niet op te geven. Want waar een wil is, is een excuu… exercise. Ik bedoel: exercise.
Het is vandaag leg-day. De enige legitieme reden waarom het vandaag leg-day is, is dat ik straks niet ge-leg-shamed wordt. Nog net voordat ik wegloop, gebeurt het ondenkbare: het squatrek komt vrij. Met het gevoel dat het universum wél achter me staat, loop ik erheen. Ik leg mijn handdoek op het squatrek en het is officieel: you touch my handdoek, you touch me.
Vijftig minuten later wanneer ik m’n glutes destroyed heb, loopt m’n crush binnen. Ik verstijf. Vanuit de verte. Want dat soort dingen moet je niet van dichtbij doen. Ook Alexander wil vandaag squatten. Zo heet m’n crush. Of Sander. Of Vladislav. Ik weet het niet. Facebook wist het ook niet. Stiekem volg ik hoe het spiegelbeeld van Alex, in het spiegelbeeld van een ander spiegelbeeld, zijn waterfles naast zijn squatrek legt en eerst begint met stretchen.
‘Ook Alexander wil vandaag squatten. Zo heet m’n crush’
Totdat er iets opvalt in m’n ooghoeken. Vier wolvenogen in de spiegel hebben me in het vizier. Ook zij willen squatten. Ik word bevangen door een gevoel van haast en m’n blik vlucht naar mijn spiegelbeeld. Niets van aantrekken, zeg ik tegen mezelf. Net voordat ik me afvraag sinds wanneer het niet meer oké is om in de sportschool rond te lopen met je T-shirt uit 2003, tikken ze op m’n rug.
It’s them: dumb en dumbell.
“Hoe lang moet je nog?” vraagt Dumb me alsof hij het al zes keer eerder heeft gevraagd.
“Nog twee sets”, antwoord ik beleefd terwijl ik me weer omdraai naar de spiegel.
“Nóg twee sets? Gast, je staat hier al heel lang…” Hij zoekt lachend bevestiging bij Dumbell.
“Nope. Net begonnen. Ben over een paar minuutjes klaar”, zeg ik terwijl ik m’n oortjes weer in m’n
oren stop en verder train.
“Pfff. Kun je ons dan laten weten wanneer je klaar bent?”
Ik knik en ze rollen weg.
Back to Mister Fix-My-Life.
Er zijn drie opties om met deze situatie om te gaan:
A: Mezelf pro-actief voorstellen aan Alex.
B: Afwachten tot hij hierheen komt.
C: Squatten like it’s a holiday tomorrow and the gyms are closed.
‘Squatten like it’s a holiday tomorrow and the gyms are closed’
Ik kies optie D: m’n leven aan hem geven. Ik pak m’n handdoek en loop naar Alex. Net voordat ik dichtbij hem ben, merk ik dat een gedaante parallel met mij loopt. Het is Squatisha. De enige vrouw die de kunst verstaat om geen balans te zoeken tussen privéleven en het leven onder een squatrek. Wat doet Squatisha rond dit tijdstip in de sportschool? En sterker nog: waarom loopt ze richting Alex?
Nu gaat het gebeuren. Dit gaat of een botsing worden met Squatisha of een crash met mijn crush. Voor de zekerheid blijf ik staan bij een bak met fitnessgerei, net alsof ik een nekrol zoek. Squatisha daarentegen loopt door en legt haar waterflesje naast dat van Alex. Ze blijken precies hetzelfde flesje te hebben. Dit kan niet waar zijn. Hij draait zich om en legt zijn hand op haar schouder, waar net een squatstang heeft gezeten. Zij knuffelt hem en vraagt om een kus. Hij… Hij is… gewoon hetero.
Alle leuke mannen zijn bezet. De homo’s, de hetero’s en zelfs de bi’s. Alle leuke mannen zijn bezet. De moed zakt me een beetje in de schoenen, terwijl ik besluit om niet op te geven. Want waar een wil is, is een w… weg. En ook de nekrol, die was trouwens ook weg.
Raffi Shahbaz Nazarian is derdejaarsstudent Film in Breda
Punt. Of had jij nog wat?