Een student van de opleiding Informatica is het niet eens met de beoordeling van zijn afstudeeropdracht en vindt dat hij de dupe is geworden van rommelige begeleiding. Hij stapt naar het College van Beroep voor de Examens (COBEX).
Bij de herkansing van zijn afstudeeropdracht haalt de student voor één onderdeel een 4.5. Zijn twee examinatoren vinden dat hij zijn keuzes onvoldoende onderbouwt. En juist die onderbouwing is cruciaal, zeggen zij.
‘Ik had soms het gevoel dat ze mijn verslag niet goed hadden gelezen’
“Klopt het dat de feedback voor jou als een konijn uit de hoge hoed kwam?”, vraagt de COBEX-voorzitter tijdens de zitting. De student beaamt dit. “Er zat geen lijn in de kritiek die ik kreeg. Ik had soms het gevoel dat ze mijn verslag niet goed hadden gelezen. De feedback op mijn herkansing sloot niet aan bij eerdere opmerkingen. Ik moest bijvoorbeeld op het laatste moment de structuur van mijn verslag omgooien. Ik dacht: waar komt die kritiek opeens vandaan?”
Onderbouwing
Een van de twee examinatoren zegt dat hij zich niet herkent in de opmerkingen.”Wij zijn serieus bezig geweest met je afstuderen. We hebben er echt tijd ingestoken. Maar al bij het inleveren van jouw plan van aanpak gaven we aan dat je te snel ging.” Het is volgens hem niet duidelijk waarom de student voor zijn toegepaste methode heeft gekozen. “Hoe heb je het gedaan en waarom? Dat hele stuk ontbreekt in je verslag.”
De beoordelaars zeggen dat er geen bewijs is geleverd dat het bedrijf waarvoor hij de opdracht maakte, het product daadwerkelijk heeft goedgekeurd. “Wij weten niet of het écht is opgeleverd als het niet is vastgelegd.”
“Bij zijn herkansing kreeg de student een hele waslijst aan kritiekpunten”, zegt de voorzitter. “Hij had een week om die daarin te verwerken. Is dat niet te kort?”, vraagt hij de examinatoren. Volgens hen is dat een gebruikelijke termijn. Als de student deze methoden heeft toegepast, dan moet die informatie er al zijn. De examinatoren vinden dat het niet veel tijd kost om die informatie ook in het verslag te zetten.
‘Voor de afstudeeropdracht krijgen studenten vijf maanden. Deze student heeft er acht maanden over gedaan’
Derde kans
De student pleit voor een derde kans, om de kritiekpunten die hij bij zijn herkansing kreeg, toch nog in zijn verslag te kunnen werken. Maar volgens een lid van de examencommissie, die ook aanwezig is tijdens de zitting, komt de kwaliteit van het diploma in het geding als de student een derde kans krijgt. “Voor de afstudeeropdracht krijgen studenten ongeveer vijf maanden. Deze student heeft er acht maanden over gedaan. Wij moeten de kwaliteit van de opleiding waarborgen, dus kunnen we hem geen derde kans geven.”
De voorzitter vult aan: “Natuurlijk heb je recht op begeleiding. Maar om aan te tonen dat je hbo-waardig bent, moet jouw verslag volledig uit jouw pen komen. Eis jij niet te veel van de docenten?” De student blijft bij zijn standpunt. Hij vindt dat hij in het duister is gelaten. De feedback bestond naar eigen zeggen uit losse flodders en de begeleiding is te laat opgestart. “Ik heb het gevoel dat ik niet hoog op het prioriteitenlijstje van de docenten stond.”
Het beroep van de student is ongegrond verklaard.
Punt. Of had jij nog wat?