Ben Brandon Barichovicht Rivas, tweedejaarsstudent International Business bij Avans in Breda, woont al negen maanden samen met ongeveer 45 statsushouders in het Koetshuis aan de Seminarieweg in Bavel.
Aan een tafeltje in de tuin van ‘t Koetshuis vertellen Ben Brandon en vier van zijn huisgenoten over hun bijzondere woonsituatie. Ben Brandon werd huismeester van ‘t Koetshuis nadat hij een advertentie zag op de website van Punt. Gratis woonruimte voor studenten die interesse hebben in het samenwonen met vluchtelingen. Voorwaarde was dat diegene huismeester zou worden, om zo de boel in het gareel te houden.
De Syrische Farah steekt vrolijk van wal. “De sfeer is hier heel relaxed”, vertelt ze in behoorlijk soepel Nederlands. “Ik kom in aanraking met zoveel verschillende nationaliteiten!”
Dat één van de huismeesters de Nederlandse Ben Brandon is, noemt Farah een ‘zegen’. “Ik wil heel graag zo snel mogelijk de taal leren. Dankzij hem praat ik veel Nederlands. Dat is fijn.” Bashar al Khouri, eveneens een Syriër, vult haar aan: “Als er geen Nederlandse bewoner zou zijn, dan was ik eerder geneigd om Arabisch te praten met bewoners die dat ook kunnen.”
‘Zelfs mijn ouders begrepen niet waarom ik hier mijn intrek nam’
Geen spijt
“Veel mensen zijn bevooroordeeld over vluchtelingen”, zegt Ben Brandon, die sinds januari van dit jaar in ‘t Koetshuis woont. “Zelfs mijn ouders begrepen in eerste instantie niet waarom ik hier mijn intrek nam.” Maar spijt van zijn keuze heeft de tweedejaarsstudent International Business nooit gehad. “Ik heb hier zoveel bijzondere mensen ontmoet.” Hij wijst naar de Syrische bewoner Bashar al Khouri en vervolgt: “En ook vrienden gemaakt. Bashar en ik praten vaak en roken samen shisha.”
De Somalische Asho haakt even later aan en mengt zich meteen in het gesprek: “We eten af en toe samen, want eten zorgt volgens de Somalische traditie voor verbroedering.” Ben Brandon vult haar aan: “Asho kookt weleens Somalisch voor mij en ik Nederlands voor haar. De Somalische gerechten zijn erg lekker.” Welke Nederlandse specialiteit Asho lekker vindt? “Pannenkoeken!”, roept ze enthousiast.
‘Soms praten we met handen en voeten’
Pittige klus
Als huismeester heeft de Avansstudent veel verantwoordelijkheid. Hij moet bijvoorbeeld zorgen dat het huis schoon blijft en dat bewoners zich aan de avondklok houden. “Af en toe best een pittge klus”, erkent hij. “Er wonen hier veel tieners, en die vinden het niet altijd leuk als ik ze kom vertellen wat er moet gebeuren.” Bashar knikt naar zijn Nederlandse vriend. “Ja, dat is echt de leeftijd. Je moet veel geduld hebben, want pubers weigeren soms hun taken te doen.”
Vooral het opstellen van regels en het schoonhouden van het huis ging niet vanaf het begin goed, geeft de student toe. “Behalve tegendraadse tieners, vormt de taal soms een barrière. De bewoners komen volgens de student uit onder meer Eritrea, Sierra Leone, Syrië, en Somalië. Sommigen spreken geen Engels en ook nog geen Nederlands. “Soms praten we dus met handen en voeten”, vertelt Ben Brandon.
Schoonmaakrooster
Ook Tekle uit Eritrea, Asho uit Somalië en Bashar uit Syrië, zijn nu huismeesters. “Dat scheelt een hoop, want zij hebben net zoals ik verandwoordelijkheidsgevoel én spreken ieder een andere taal.” En omdat de bewoners een schoonmaakrooster en huisregels hebben, gaat het tegenwoordig allemaal goed.
Soms trappen de bewoners een balletje samen, of doen ze een pingpongwedstrijd. Ben Brandon: “Maar iedereen heeft ook zijn of haar eigen dingen. Ik trek me vaak genoeg terug op mijn kamer omdat ik druk ben met mijn studie. Maar als er wordt gekookt, mag ik altijd mee-eten. Syrisch, Eritrees, Somalisch, ik heb veel keus.”
Heimwee
De meesten aan tafel voelen zich al redelijk op hun gemak in Nederland, al geven sommigen toe dat ze af en toe heimwee hebben. “Vergeleken met de voorgaande opvangplaatsen, voel ik me hier het meest thuis”, vertelt de Eritreeër Tekle.
“Mensen zijn bang voor het onbekende”, zegt Ben Brandon. “De belangrijkste les die ik heb getrokken uit deze ervaring is toch wel dat we meer op elkaar lijken dan we denken. Je moet je er alleen wel voor openstellen.”
Punt. Of had jij nog wat?