Volgens een Bossche student Bedrijfskunde is zijn afstudeeronderzoek onterecht met een onvoldoende beoordeeld. Tijdens feedbackmomenten zou nóóit kenbaar zijn gemaakt dat een voldoende voor zijn afstudeeronderzoek onrealistisch was. Volgens zijn assessoren, is het juist het tegenovergestelde. De student tekent bezwaar aan bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX).
Volgens de student is het misgegaan bij het uitvallen van een “cruciaal feedbackmoment”. Een zogeheten spijkerbroekzitting: een moment waarop de student al een onvoldoende heeft ontvangen voor zijn of haar onderzoek, maar daar de nodige feedback voor ontvangt om enkele weken later toch opnieuw op te kunnen. Dat feedbackmoment vond bij hem, door ziekte van zijn assessor, telefonisch plaats. “De feedback ontving ik via de mail en ik kreeg alsnog een ‘akkoord’ om verder te gaan met het onderzoek. Deze feedback is ook telefonisch doorgenomen. Het sentiment van het gesprek was positief, dus heb ik daarna alles op alles gezet om de feedback te verwerken en alsnog een voldoende te halen.”
Enige vraagtekens zette hij wel bij de feedback uit de formulieren. Die correspondeerde niet helemaal met de positieve toon van zijn begeleider. Toch ging hij verder. Met uiteindelijk een 4,5 als resultaat. “Avans vertelde later dat de basis van mijn onderzoek niet gedegen was. Terwijl ik daar groen licht voor kreeg tijdens dat feedbackmoment. Volgens Avans was er ook niet genoeg theorie in verwerkt.”
No go
De Bedrijfskundestudent vervolgt: “Ik ben het niet eens met de begeleiding die ik heb ontvangen.” De voorzitter van het COBEX reageert: “Dus jij wilt dat de feedback herzien wordt en een nieuwe beoordeling?”
‘Want alles was vanaf moment één al een no go’
De assessor deelt haar kant van het verhaal. “Ik was op dat moment inderdaad ziek. We konden het feedbackmoment een week later fysiek doen, of al eerder maar telefonisch. Daarbij heb ik aangegeven dat als de student behoefte had om het gesprek nog eens aan te gaan, dat kon. Ik wilde hem niet benadelen met mijn ziekte, dus daarom is alles toen telefonisch besproken.”
“Ja, ik was positief in dat gesprek, als stimulans, want alles was vanaf moment één al een no go, zijn afstuderen bleek een zeer lastig traject. We zeiden vanaf het begin dat het niet haalbaar was. Maar hij wilde kostte wat het kost dit doen”, gaat ze verder.
Mager onderzoek
De procesoptimalisatieopdracht van de student die klaar lag, bleek geen procesoptimalisatie te zijn.
‘Ik heb ook nog externe feedback gehad, en daar heb ik nog flink voor betaald ook’
Student: “De basis van het onderzoek was dus te dun. Als ik dat had geweten, had ik meer data verzameld.” De student benadrukt nog eens dat dit hem tijdens het gehele proces niet duidelijk is gemaakt. “Ik heb nooit te horen gekregen dat ik meer onderzoek had moeten doen. Ik heb ook nog externe feedback gehad, en daar heb ik nog flink voor betaald ook.”
Assessor: “Ik herken me in een aantal zaken niet. Aan de voorkant zag het er al zo beroerd uit, dat wij ons al afvroegen of de eindstreep wel gehaald kon worden.” Ze benadrukt dat het ook hún wens is dat studenten afstuderen.
De zaak is ongegrond verklaard.
Punt. Of had jij nog wat?