Collegevoorzitter Jan Mengelers van de TU Eindhoven is bezorgd over het plan van de minister om studentenstops te kunnen verbieden. Maar hoe terecht is zijn vrees dat universiteiten dan geen instrument meer hebben om de instroom in te dammen?
In zijn nieuwjaarstoespraak voorspelde Mengelers “veel turbulentie” in 2019. “Het ministerie van OCW wil het invoeren van een numerus fixus nagenoeg onmogelijk maken”, leidt hij af uit plannen van minister Van Engelshoven. Volgens hem doorkruist ze daarmee het streven van zijn universiteit naar “kwaliteit en beheerste groei”.
Onderbouwen
Maar klopt dat wel? In de brief die de minister in oktober naar de Kamer stuurde, stelde ze voorop dat het hoger onderwijs goed toegankelijk moet blijven. Bij selectie door opleidingen met een numerus fixus hebben jongeren met laagopgeleide ouders of met een niet-westerse migratieachtergrond een kleinere kans om te worden toegelaten. Studentenstops moeten volgens haar alleen ‘gericht en constructief’ worden ingezet. Anders dan in de huidige situatie, moeten instellingen hun aanvraag in de toekomst goed kunnen onderbouwen.
De minister wil het recht krijgen om een studentstop te weigeren, zeker bij opleidingen in sectoren met tekorten op de arbeidsmarkt. Als er sprake is van een groot capaciteitsprobleem, dan moet de instelling ook kunnen uitleggen waarom dat niet tijdig, dat wil zeggen voor het nieuwe studiejaar, kan worden opgelost.
Voorbarig
Mengelers’ vooronderstelling dat “het middel om te kunnen remmen op de instroom uit de handen van de instellingen wordt geslagen” lijkt dus voorbarig. Te meer omdat, anders dan in de huidige situatie, instellingen in het wetsvoorstel bovendien de mogelijkheid krijgen om alleen voor anderstalige opleidingstrajecten een numerus fixus in te stellen. Hiermee komt de minister tegemoet aan de roep om de instroom van met name internationale studenten te beteugelen.
Daarnaast kunnen instellingen een financiële drempel opwerpen door studenten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) een hoger collegegeldtarief te laten betalen: de bovengrens van het instellingscollegegeld geldt immers niet voor hen. De TU Delft zet dat middel al in: niet-EER-studenten betalen daar vanaf volgend studiejaar 14.500 euro collegegeld.
Ten slotte zal de praktijk moeten uitwijzen in hoeverre de minister daadwerkelijk gebruik gaat maken van haar bevoegdheid om studentenstops te weigeren. Op haar conceptwetsvoorstel kan tot 28 januari via een internetconsultatie gereageerd worden. Daarna zal de minister het ter goedkeuring naar de Tweede Kamer sturen.
Punt. Of had jij nog wat?