Verliefdheid, sexting, de zoektocht naar identiteit, worstelingen met je zelfbeeld in een digitaal tijdperk. Voor iedereen die jong is herkenbare thema’s. Ze komen allemaal voorbij in Normale Mensen, het tweede boek van de jonge Ierse schrijver Sally Rooney.
Marianne en Connell hebben op de middelbare school op het eerste oog weinig met elkaar. Hij is knap, populair, sportief en sociaal. Zij is scherp, zelfverzekerd, maar het liefst alleen. Haar klasgenoten vinden haar een weirdo.
Connells moeder maakt schoon in het weelderige huis van Mariannes ouders, waardoor de tieners elkaar af en toen in het huis van Marianne tegenkomen. Hun leefwerelden botsen, maar toch bloeit er mettertijd iets op tussen de twee. Omdat Connell bang is dat zijn reputatie eraan gaat als medescholieren de twee samen spotten, houdt hij zijn verhouding met Marianne geheim. Wanneer er iets pijnlijks gebeurt op het schoolbal, stopt de stiekeme relatie.
Geheim
In het eerste deel van Normale Mensen zit Connell voortdurend in limbo. Hoe kan hij met Marianne zijn als zijn eigen inner circle het nooit accepteert? En Marianne worstelt ook. Ze is verliefd maar weet dat hij het niet aandurft zijn reputatie op het spel te zetten, wat haar krenkt.
De tweede helft van het boek beschrijft het moment dat ze elkaar opnieuw tegenkomen, dit keer op de Universiteit van Dublin. Daar lijken de rollen omgedraaid, Connell is onzeker, omdat hij niet zo erudiet is als andere studenten, Marianne is op haar plek op de uni, omdat ze slim, goedgebekt en belezen is.
Slimme dialogen
Hoewel hun werelden verschillen, zijn zowel Marianne als Connell heel pienter. Misschien wel de slimste twee van hun school. Ze praten over het neoliberalisme, Martin Luther King en het Communistisch Manifest van Karl Marx. Die dialogen zijn slim, grappig en op momenten leerzaam. Zo is er een gesprek tussen Marianne en Connell, waarin zij een wijze opmerking maakt: ‘Je leert eigenlijk niets diepgaands over jezelf als je wordt gepest, maar wel als je zelf pest. Dan leer je iets dat je nooit meer over jezelf kunt vergeten.’
De auteur schrijft gedetailleerd over Marianne en Connell, hun innerlijke gedachten, trekjes (comazuipen, nagelbijten) en gevoelens voor elkaar. Elk hoofdstuk wordt vanuit het perspectief van één van de twee verteld. Rooney wisselt de perspectieven af, waardoor het verhaal lekker leest en je de twee steeds beter leert kennen.
Zelf is de auteur pas 27 jaar oud. Misschien dat ze daarom zo aanstekelijk schrijft over hoe het is om jong te zijn anno nu, de invloed van sociale media op onze liefdeslevens, de angst dat we er niet bij horen en onbeantwoorde liefdes. Rooney schetst de gecompliceerde wereld van millennials op een aanstekelijke manier. De dikte is trouwens hanteerbaar gebleven, wat van Normale Mensen ook nog een handig meeneem-boek maakt.
Punt. Of had jij nog wat?