Hoe zorg je dat een saaie les hoofdrekenen toch leuk wordt? Nou, door bijvoorbeeld drones in te zetten. De Pabo van Avans gebruikt robotvliegtuigjes in het curriculum.
Het idee ontstond toen Avansdocent Buket samen met rekendocenten op een onderwijsconferentie waren. Daar werden de drones als onderdeel van verschillende opdrachten ingezet. Later bespraken ze het idee met docent Renske Pals. “We dachten: dat kunnen we bij de Pabo ook doen!”, vertelt Pals.
Met de inzet van drones vang je volgens de docenten twee vliegen in één klap. “We kunnen het programmeren van drones koppelen aan meten en meetkunde. Een combinatie van rekenen en techniek dus”, zegt Canatan.
Collega’s waren enthousiast, maar iedereen bij de Pabo was het er wel over eens dat de inzet van de vliegtuigjes echt nut moest hebben. Pals: “ICT moet je altijd bewust inzetten. Niet zo van: ‘Oh, laten we drones gebruiken omdat het interessant klinkt.”
Pingpongballetjes
De twee verdiepten zich in de apparaten, bestelden een aantal proefmodellen en bedachten er opdrachten bij. Canatan zette de vliegtuigrobots vervolgens in bij een pilotles. “Het opkomstpercentage van mijn les was nog nooit zo hoog”, lacht ze.
Studenten moesten tijdens de pilot een kaart uitzetten en een vliegroute instellen om met een drone pingpongballetjes van het ene ‘eiland’ naar het andere te vervoeren. Canatan: “De kunst is om het vliegtoestel in één keer goed te laten vliegen. Best een uitdaging, want je moet van tevoren precies berekenen en programmeren hoe je het apparaat wilt laten vliegen. Bijvoorbeeld drie meter vooruit, draaien met een hoek van 90 graden, twee meter zakken en dan naar links draaien.”
Die pilot ging niet zonder slag of stoot. De drones bleken helemaal niet geschikt voor de opdracht. “Na één valpartij gingen de vliegtuigjes al kapot”, vertelt Canatan. “En die dingen slúrpen batterijen”, vult Pals haar aan. ”Een goedkope rone vliegt niet meer dan twee minuten. Daar hadden we niet op geanticipeerd.”
Kinderschoenen
De docenten hebben nu zes nieuwe modellen besteld. Die kunnen tegen een stootje en kunnen ook iets langer met de batterijen doen. In de komende lesperiode worden de nieuwe modellen ingezet. “Spannend, dat vinden wij maar ook de studenten”, vertelt Canatan. “Omdat het gebruik nog in de kinderschoenen staat, denken studenten mee over de inzet van de vliegtuigjes. Dat vinden ze ook heel leerzaam om te doen”, weet de docent.
Goedkoop zijn de vliegende robots overigens niet. Per vliegtuigje zijn de docenten bijna 200 euro kwijt. Pals: “In het najaar bezoeken we een onderwijsconferentie over drones, om onze kennis te verscherpen en de vliegtuigjes zo slim mogelijk in te zetten. De Pabo van Avans is de eerste pabo die zich voor de conferentie heeft aangemeld.”
Punt. Of had jij nog wat?