Een Bossche vierdejaarsstudent Ondernemerschap en Retail Management (ORM) krijgt een 3 voor zijn afstudeerscriptie. Voor zijn herkansing krijgt hij een 4,5. “Subjectief en onterecht,” meent de student. Hij stapt naar het College van Beroep voor de Examens (COBEX).
“Ik vind het jammer om de beoordeling van deze docent te bekritiseren”, opent de student. “We kennen elkaar al vier jaar en om eerlijk te zijn, heb ik ongelooflijk veel van hem geleerd. Meer dan ik in mijn eerste jaar had verwacht. Ik heb daarom ook erg veel respect voor hem.” Desondanks is hij het niet eens met zijn beoordeling. “Die is subjectief en onterecht, ik wil niet opnieuw een scriptie schrijven. Als ik hier niet voor vecht, heb ik daar later spijt van.”
Uit het verhaal van de student blijkt dat het een lastige stageperiode was. Het bedrijf waar hij stage liep, werd overgenomen. “Mijn stage-opdracht werd irrelevant en ik moest veel aanpassen. De eerste versie was daarom slecht. Met die drie ben ik het ook eens. Daarna ben ik keihard met de feedback aan de slag gegaan. Mijn stagebedrijf was tevreden. Ik kreeg er zelfs een baan aangeboden.”
‘We wegen het oordeel van het stagebedrijf niet al te zwaar mee’
Niet relevant
“We wegen het oordeel van het stagebedrijf niet al te zwaar mee”, vertelt de beoordelend docent. “Dat is er namelijk bij gebaat om de student als extra werknemer in te zetten, terwijl die er zit om een scriptie te schrijven. Bovendien was het onderzoek niet volledig. De student heeft onderzocht hoe het bedrijf kon groeien. Dat deed hij door de tevredenheid van bestaande klanten te onderzoeken. Voor groei zijn er echter extra klanten nodig. Hij had dus ook potentiële klanten moeten betrekken in zijn onderzoek.”
“Maar de opdrachtgever vond dat niet relevant”, werpt de student tegen. De examencommissie mengt zich in de discussie. “Daar had je kritisch op moeten reageren. Je bent daarvoor opgeleid. Bovendien had je moeten melden aan je begeleider dat je geen onderzoek deed bij potentiële klanten. Dat heb je ook niet gedaan.” De student erkent dat. “Ik zie nu dat ik dat wel had moeten doen.”
De beoordelaar vervolgt. “Je kreeg ook maar 41 antwoorden op je onderzoek. Toch paste je een kwantitatieve analyse toe. Met zo weinig resultaten kan dat natuurlijk niet. Liever had ik gezien dat je er een kwalitatief onderzoek van had gemaakt.”
‘Ik heb nog nooit een voldoende gegeven voor een herkanste drie’
Recht op een tweede kans?
“De student kreeg een drie voor zijn eerste poging”, merkt het COBEX op. “Heeft een herkansing dan zin?” De examencommissie verdedigt zich met Avansbreed beleid. “Iedere student heeft recht op twee kansen.”
“Ik heb het hem afgeraden”, licht de beoordelaar toe. “Ik heb nog nooit een voldoende gegeven voor een herkanste drie. De herkansing duurt slechts twee weken. Je kunt niet repareren wat je in de dertien weken daarvoor hebt laten liggen.”
De uitspraak
Het COBEX verklaart het beroep ongegrond. De student moet op zoek naar een nieuwe afstudeerstage.
Punt. Of had jij nog wat?