Terug naar overzicht

‘Wet op het hoger onderwijs is achterhaald’

illustratie: Julika Runow

De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek bestaat 25 jaar. Het wordt tijd voor vernieuwing, vinden de collegevoorzitters van de Universiteit Leiden en NHL Stenden Hogeschool. Ze zijn sprekers bij een jubileumsymposium over de WHW. 

“De WHW is voor ons een heel belangrijke wet”, verzekert Carel Stolker, rector magnificus en collegevoorzitter van de Universiteit Leiden. Hoewel hij in zijn tijd als rechtendecaan vroeger zelden in de wet keek – “en ik ben verdorie zelf jurist!” – staat er bijvoorbeeld heel veel in over de taken en bevoegdheden van faculteitsdecanen. “Veel meer dan over die van colleges van bestuur.” 

Dat is in zijn ogen zeer terecht: “De rol van decanen in het bestuur van de universiteit is ab-so-luut cruciaal. Onderwijs en onderzoek, het verdelen van geld en het opstellen van sectorplannen met andere faculteiten in het land; ze regelen het allemaal zelf binnen hun faculteiten. Hun belang wordt in de praktijk nog te weinig onderkend.” 

Bottom-up 
In Leiden probeert hij de decanen steeds meer bij het college van bestuur te betrekken zodat ze samen als een soort ‘managementteam’ kunnen optreden. Dat zouden misschien meer universiteiten moeten doen, vindt hij. “Nu gaat het in het maatschappelijke debat vooral over het college van bestuur, de raad van toezicht en de medezeggenschap. De samenleving drukt ons te vaak in een top-down-mal, terwijl wij juist graag meer bottom-up willen. Waarom belt – bij wijze van spreken hoor – de minister of de inspectie mij op als er iets aan de hand is bij een faculteit, en niet de decaan?” 

Maar Stolker heeft ook kritiek op de WHW zelf. Die is in zijn ogen nu wel heel sterk gericht op de opleiding, vindt hij, en dat begint te knellen: “Een student wil steeds meer te kiezen hebben. Er is niet voor niets zoveel belangstelling voor praktische of academische minoren, voor keuzevakken, internationale uitwisseling, online-onderwijs en voor andere studies na de bachelor. Studenten willen op de arbeidsmarkt goed beslagen en breed opgeleid ten ijs komen.” 

Een ander punt waarop hij wijst, is het toegenomen management rond de opleidingen: “Examencommissies, toelatingscommissies, opleidingscommissies, accreditaties. Hoe gaan we dat straks allemaal doen, als we de vrijheid van de student inderdaad zouden willen vergroten?” 

Toekomstbestendig 
Ook Erica Schaper, collegevoorzitter van NHL Stenden Hogeschool, vindt dat de WHW wel een update kan gebruiken, wil deze toekomstbestendig zijn. “Aangezien de helft van de banen in de komende vijftien jaar verdwijnt, moeten we studenten opleiden die in staat zijn om zich blijvend te ontwikkelen.” Samenwerken met andere werkgebieden, interculturele sensitiviteit, technologische innovaties, digitale ontwikkelingen: skills worden steeds belangrijker, verwacht ze. “Leven lang leren vraagt om flexibiliteit en experimenteerruimte. Daar kan de WHW nog beter op inspelen.” 

Studenten moeten wat Schaper betreft makkelijker kunnen stapelen, eenvoudig kunnen switchen tussen hbo en wo en leren in labs, met en in het werkveld. “Bij NHL Stenden kunnen ze bijvoorbeeld in ateliers aan de slag met opdrachtgevers uit het werkveld.” 

De WHW is nu nog te veel gekoppeld aan een bepaalde tijd en plaats, vindt Schaper. “Er wordt bijvoorbeeld over gemeentegrenzen gesproken.” Wie online-onderwijs volgt of juist binnen een bedrijf studeert, loopt aan tegen zulke bepalingen in de wet, stelt ze. 

Praktijkgericht onderzoek
Ook wil ze meer ruimte voor het praktijkgerichte onderzoek in het hbo. “We lopen achter als het gaat over de maatschappelijke waarde ervan en de bijbehorende bekostiging.” 

Door de jaren heen is er veel toegevoegd aan de wet, wat ten koste gaat van de samenhang, vindt ze. “Een wet is altijd een soort achteruitkijkspiegel. Dat is begrijpelijk, maar als ik naar de toekomstige arbeidsmarkt van studenten kijk, vraagt de wet nodig om modernisering.”

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?