“Ik blijf het een logische keuze vinden”, zei premier Mark Rutte gisteren in de Eerste Kamer over het huidige leenstelsel voor studenten. Maar coalitiepartij D66 plaatste opnieuw kanttekeningen.
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in de Eerste Kamer was het nota bene D66, een van de architecten van het leenstelsel, dat er kritiek op gaf. Senator Annelien Bredenoord maakte zich zorgen om “specifieke groepen” studenten.
Stress
Ze wees op een “stapeling van schulden en stress” door het bindend studieadvies, leenschulden, de woningnood en onzekerheid op de arbeidsmarkt. Wat haar betreft moeten jongeren meedenken over de toekomst van de studiefinanciering.
Het leenstelsel is in september 2015 ingevoerd en blijft voortdurend onder vuur liggen. Jongeren zouden er stress van krijgen en soms met hoge schulden worden opgezadeld. Met name jongeren uit achterstandsmilieus of jongeren met een beperking zouden daar last van hebben. Inmiddels is een politieke meerderheid in principe voor verandering van het stelsel.
Het kabinet lijkt niet van plan om er vaart achter te zetten. Premier Rutte verdedigde de invoering van het leenstelsel. Het is volgens hem een sociaal systeem, alleen al omdat er nog steeds een aanvullende beurs is. Maar ook de aflosvoorwaarden zijn soepel: “Ik zeg weleens tegen studenten: als je na de studie onverhoopt geen baan vindt, ga je niks tot heel weinig aflossen en na zoveel jaar wordt uiteindelijk die restschuld kwijtgescholden.”
Logisch
“Ik blijf het een logische keuze vinden dat je op deze manier investeert in je eigen opleiding”, voegde hij eraan toe. “Het is bekend natuurlijk dat er in het kabinet verschillend over wordt gedacht, maar dit is wel de lijn die we gezamenlijk bij de formatie hebben getrokken.”
In het kabinet zijn VVD en D66 voorstander van het leenstelsel, terwijl ChristenUnie en CDA de basisbeurs weer willen invoeren.
Punt. Of had jij nog wat?