Sander is vierdejaarsstudent Elektrotechniek en werkt drie dagen per week als robotprogrammeur bij een productiebedrijf. “Ik werk zoveel dat ik nauwelijks tijd heb om geld uit te geven.”
Wat doe je precies?
“Ik ben robotprogrammeur. Ik leer nieuwe robots om bepaalde taken uit te voeren. Denk aan een robot die uiteindelijk jouw iPhone in elkaar moet zetten. Als programmeur bepaal ik bijvoorbeeld hoe de robot onderdelen in de telefoon moet draaien en hoe hij het product moet pakken en verplaatsen. Vervolgens programmeer ik die functies in de robot.”
Wat is er leuk aan?
“Het geeft veel voldoening want je begint met een compleet dom product. Een robot die je uit de doos haalt, weet niets. Het is net een ingewikkelde puzzel: jij moet zorgen dat alle onderdelen samenwerken. Aan het einde van het proces heb je een robot die precies doet wat jouw klant wil. Dat is ontzettend gaaf.”
Is programmeren moeilijk?
“Het hoeft niet moeilijk te zijn. Je kunt het zien als het leren van een nieuwe taal. De basis heb je snel onder de knie. Af en toe kom je ergens niet uit. Dan moet je het even opzoeken en ben je afhankelijk van informatie op internet. Het is vooral een kwestie van logisch nadenken: wat jij in je hoofd hebt zitten, vertalen naar voor de robot begrijpelijke opdrachten. Soms werkt het niet en duurt het even voordat je snapt waarom. Bijvoorbeeld omdat je ergens dubbele aanhalingstekens in plaats van enkele hebt gebruikt, of zoiets futiels.”
Hoeveel werk je?
“Veel. Ik werk soms drie dagen in de week, de andere twee dagen ga ik naar colleges en werk ik aan opdrachten. Op een gemiddelde werkdag sta ik om kwart over zes op. ‘s Avonds ben ik rond zevenen pas thuis.”
‘Je zult me niet snel betrappen op een impulsieve uitgave’
Wat verdien je ermee?
“Per uur krijg ik nu vijftien euro bruto. Dat is niet veel, maar ik weet dat ik goed ga verdienen als ik straks ben afgestudeerd. Nu krijg ik al veel berichten van recruiters op LinkedIn. Ik zie ook hoe de mogelijkheden van internet alsmaar groter worden. Digitalisering neemt de komende jaren toe. Het is fijn om te weten dat mijn arbeidsperspectief zo goed is. Wel vind ik: werksfeer is belangrijker dan salaris. Dus ik zou een baan niet meteen afwijzen omdat ik ergens anders meer kan verdienen.”
Geef je alles uit of spaar je ook?
“Ik werk zoveel dat ik nauwelijks tijd heb om geld uit te geven. Sparen gaat dus vanzelf. Ik werk sinds mijn vijftiende en spaar ook al sindsdien. En je zult me niet snel betrappen op een impulsieve uitgave.”
Hoeveel waarde hecht jij aan geld?
“Voor mij is geld belangrijk. Ik ben altijd heel bewust bezig geweest met sparen en m’n inkomsten en uitgaven op een rijtje zetten. Eigenlijk let ik ook nooit op de betaaldatum van stufi, want ik zit nooit krap. Dat is ook het voordeel van mijn bijbaan.”
Dit artikel is ook in Punt 2 verschenen, te vinden in de witte bakken op alle Avanslocaties. Klik hier voor het online magazine.
Punt. Of had jij nog wat?