Terug naar overzicht

Corona tast waarde van diploma’s niet aan, meent minister

Illustratie: Daan van Bommel

Het mbo en hoger onderwijs worden hard geraakt door de coronacrisis, schrijft minister Van Engelshoven aan de Tweede Kamer. Ondanks alle zorgen staat het eindniveau van de opleidingen volgens haar buiten kijf.

De coronacrisis is de belangrijkste kwestie in het hoger onderwijs, die alle andere discussies overschaduwt. In haar brief schetst de minister hoe het hoger onderwijs er volgens haar aan toe is en wat er moet gebeuren.

Het valt allemaal niet mee. Studenten krijgen last van stress en depressieve klachten, is haar indruk op basis van diverse peilingen. Docenten werken zich een slag in de rondte en vinden het online onderwijs een schrale invulling van hun vak. Veel stages zijn uitgesteld en de kwaliteit van het onderwijs staat onder druk.

Maar opvallend genoeg is er nauwelijks sprake van studievertraging, meldt de minister. Sterker nog, dankzij het opschorten van het bindend studieadvies zijn er veel minder studenten uitgevallen in het eerste studiejaar. En aan het eindniveau van de opleidingen “twijfelt niemand”, zoals in haar persbericht staat.

Docenten maken zich zorgen
Waarom Van Engelshoven zo rotsvast overtuigd blijft van het eindniveau is niet duidelijk. Het zou misschien geld kosten als ze er anders over dacht: als zij toegeeft dat het onderwijs in deze tijd helaas niet goed genoeg is, dan moet ze dieper in de buidel tasten. Dat is ze niet van plan. In haar brief verdedigt ze vooral wat ze tot nog toe heeft gedaan.

Ze maakt een onderscheid tussen het formele eindniveau (“daarop wordt getoetst”) en niet goed meetbare aspecten van het onderwijs, zoals “de interactie en het aanleren van een kritische attitude”. Over dat laatste maken veel docenten zich zorgen, erkent ze.

Mooie kanten
Maar zolang het eindniveau op orde is, hoeft zij zich weinig zorgen te maken. Bovendien is het glas halfvol: de minister noemt allerlei mooie kanten van het online onderwijs. Het hbo ziet bijvoorbeeld dat studenten “zelfstandiger leren werken” en dat hun digitale vaardigheden “in rap tempo verder toenemen”.

Ook in het wetenschappelijk onderwijs heeft de ellende een gouden randje. De universiteiten zien nieuwe vormen van onderwijs ontstaan, zoals serious gaming. Ook blijkt het tijdens colleges makkelijk om vragen te stellen via de chatfunctie. Vroeger moest je je hand opsteken in een volle collegezaal en dat durfde lang niet iedereen.

Kwetsbaar
Maar Van Engelshoven snapt wel dat er zorgen leven. Wellicht loopt het onderwijs in de nabije toekomst toch spaak, waarschuwt de minister. Ze noemt de werkdruk bij docenten een “kwetsbaarheid”. Ook zijn er studenten die extra zorg en begeleiding nodig hebben. Soms zit er voor opleidingen weinig anders op dan “de schade beperken”.

En de stages? Die kunnen ook een probleem vormen, want veel stages zijn uitgesteld. Als dat nog een keer gebeurt, lopen studenten alsnog serieuze vertraging op. “De problematiek is in het hbo omvangrijker dan in het wo, maar in sommige wo-sectoren speelt het ook, bijvoorbeeld bij medische opleidingen”, meldt de minister.

Financiële compensatie
Daar lijkt ze vooruit te lopen op financiële compensatie van studenten, maar ze zegt het niet hardop. Het zal ook even duren voordat daar een beslissing over genomen moet worden. Dan zijn de verkiezingen al geweest en zit er misschien een nieuw kabinet.

De landelijke studentenorganisaties ISO en LSVb hebben vooral zorgen om het studentenwelzijn. “Met de studieresultaten lijkt het goed te gaan, met de studenten zelf alleen niet”, vat ISO-voorzitter Dahran Çoban samen.

Maar voorzitter Lyle Muns van de LSVb onderstreept daarnaast de “breed gedragen zorgen over de onderwijskwaliteit”. Hogescholen en universiteiten zouden vaker bioscoopzalen, theaters of andere locaties moeten huren om fysiek les te geven, meent de bond.

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?