De verliezers likken hun wonden en de winnaars vieren feest, maar straks beginnen de onderhandelingen over een nieuw kabinet. Wat betekent de verkiezingsuitslag voor het hoger onderwijs en onderzoek?
De VVD wint een paar zetels en komt volgens de laatste prognoses op 35 Kamerleden uit, dus premier Mark Rutte mag in het torentje blijven. Maar met welke partijen gaat hij een nieuwe regering vormen?
De andere grote winnaar van deze verkiezingen is D66, de partij van Sigrid Kaag. In de laatste prognoses staat die op 24 zetels, vijf meer dan nu. Het CDA verliest er vier en komt op vijftien uit.
Samen hebben deze drie partijen in de laatste prognoses 74 zetels: net niet genoeg voor een meerderheid. Misschien komt er nog een zetel bij of gaat er juist een af, maar één ding is duidelijk: de coalitie heeft een vierde partij nodig.
Regeringspartij ChristenUnie blijft stabiel op vijf zetels. De huidige coalitie zou dus door kunnen gaan. Maar ook PvdA (9), GroenLinks (7) en nieuwkomer Volt (3) komen in aanmerking.
Studiebeurs
De VVD zou het leenstelsel voor studenten graag intact houden, maar CDA en D66 hebben studenten meer inkomen beloofd. Ook alle serieuze coalitiepartners deden dat, dus er zal wel iets gaan veranderen. Maar wat?
Bij de vorige formatie, in 2017, was het compromis een korting op het collegegeld voor eerstejaars studenten. Maar toen stond D66 nog pal achter het leenstelsel, en nu niet meer. Dus zelfs als de huidige coalitie blijft zitten, gaat de studiefinanciering op de schop.
D66 en ChristenUnie willen een studiebeurs via de belastingen regelen. Ze spreken van een ‘verzilverbare’ korting. Het is een vernieuwend idee waarover misschien wel te praten valt met de VVD, want die hoeft dan geen terugkeer van de basisbeurs te slikken. Andere mogelijke coalitiepartners zullen die oplossing vast niet blokkeren: geld is geld, van welk ministerie het ook komt.
Het voordeel: de discussie over het inkomen van studenten verplaatst zich van het ministerie van Onderwijs naar de ministeries van Sociale Zaken en Financiën. Een tegemoetkoming aan studenten gaat dan niet ten koste van het budget voor onderwijs en onderzoek.
Collegegeld
De VVD wil spelen met de hoogte van het collegegeld. De liberalen bepleiten een lager tarief voor opleidingen in de natuur, techniek, zorg en onderwijs. Dat is niet nieuw: het gebeurt al bij de lerarenopleidingen. Daar betalen tweedejaars studenten het halve collegegeld.
Misschien voelen de aanstaande coalitiepartners wel iets voor zo’n variabel collegegeld. Hbo-opleidingen in zorg en onderwijs leiden tenslotte niet tot banen met torenhoge salarissen, terwijl ze van groot belang voor het land zijn. Dan kun je een korting op het collegegeld best verdedigen. Bij bèta en techniek ligt dat misschien anders, maar die opleidingen kunnen nog best wat meer eerstejaars gebruiken.
Er is wel een nadeel: het hek is van de dam. Je krijgt er eindeloze discussies over. Moeten studenten Nederlands ook een korting krijgen? Of studenten van andere kleine opleidingen? En moet het tarief dan omhoog voor populaire opleidingen als psychologie en rechten?
Extra financiering
Dit wordt interessant. De VVD wil 200 miljoen bezuinigen op de bekostiging van universiteiten en hogescholen, zodat ze beter gaan samenwerken en minder opleidingen aanbieden. D66 daarentegen wil er juist een miljard bij doen.
De twee grootste partijen zijn dus elkaars tegenpolen op dit punt. Ze moeten ergens in het midden uitkomen. In een onderling debat namen de onderwijswoordvoerders daar zelfs al een voorschot op.
Thematisch en vrij onderzoek
Politici vinden het heerlijk om wetenschappelijk onderzoek in hun eigen favoriete richting te stimuleren. Voor de VVD betekent dat: commercieel toepasbaar onderzoek. Voor andere partijen betekent dat daarnaast: de omslag naar een duurzame economie en innovatie in de zorg. Als Volt erbij komt, krijgt onderzoek naar kernenergie mogelijk een stimulans.
Maar wetenschappers willen ook vrij zijn om hun eigen nieuwsgierigheid te volgen. Je ziet het nut van onderzoek niet altijd aankomen, zeggen ze. Soms duurt het een paar decennia voordat een inzicht tot een toepassing leidt. En daar is de politiek ook gevoelig voor.
Het compromis zou kunnen zijn: meer vrij onderzoek, maar dan vooral in ‘nuttige’ disciplines als techniek en geneeskunde. Het geld zou dan niet rechtstreeks naar de universiteiten gaan, maar via onderzoeksfinancier NWO worden verdeeld.
Werkdruk
De hoge werkdruk van wetenschappers is een lastig onderwerp, want hoe kan de politiek die bestrijden? Kunnen die wetenschappers niet beter naar hun eigen werkgevers kijken?
De consensus lijkt te zijn dat een ‘stabiele’ financiering tot minder werkdruk leidt. Bestuurders weten dan waar ze aan toe zijn en kunnen meer werknemers een vast contract geven. De onderzoekers hoeven dan minder te vechten voor hun geld.
Het huidige kabinet heeft al stapjes in die richting gezet: minder bekostiging per student en meer vaste financiering. Maar dat heeft wel neveneffecten. Als er dan plotseling veel studenten komen, moet een opleiding kunnen zeggen: we zitten vol. Anders hebben de instellingen weinig aan stabiele financiering.
Selectie
En daarmee belanden we op een heikel punt: selectie aan de poort. Er is een tendens om te zeggen: er zijn te veel studenten in het wetenschappelijk onderwijs, een deel zou eigenlijk in het hbo thuishoren. Als die gedachte vleugels krijgt, dan kunnen we de komende vier jaren een nieuwe discussie verwachten. Hoe bepaal je welke studenten bij een opleiding naar binnen mogen?
De VVD is fervent voorstander van selectie op talent en motivatie. D66 niet, maar die partij vindt loten in sommige gevallen aanvaardbaar. Je kunt dan, als compromis, bepaalde aspirant-studenten meer kans geven, bijvoorbeeld als ze hoge cijfers halen of zeer gemotiveerd zijn. Gewogen loting, heet dat.
De discussie over ‘gelijke kansen’ speelt hierin een grote rol: hebben studenten van niet-westerse afkomst net zoveel kans om door de selectie te komen als anderen? En studenten met een krappe portemonnee? Selectie aan de poort is de meest onvoorspelbare discussie op het gebied van hoger onderwijs.
Over rechts?
Theoretisch is er nog een heel ander type coalitie mogelijk. Rutte zou kunnen regeren met populistisch rechts. VVD, CDA, PVV, FvD en JA21 hebben samen 79 zetels.
De gevolgen voor het hoger onderwijs? Moeilijk te zeggen, maar vermoedelijk sluit Nederland dan de grens voor buitenlandse studenten. Onderzoek naar duurzaamheid zou het moeilijker krijgen en de academische vrijheid zou niet langer vanzelfsprekend zijn. Misschien komt er dan weer een basisbeurs.
Maar deze coalitie is zeer onwaarschijnlijk. VVD en CDA hebben een samenwerking met Forum voor Democratie en PVV uitgesloten.
Punt. Of had jij nog wat?