Een overgrote meerderheid van de Tweede Kamer wil van het leenstelsel af, bleek vorige week. Maar wat komt ervoor in de plaats en wie gaat ervan profiteren?
Het was “een heel mooie nacht voor studenten”, vond Onderwijsminister Van Engelshoven. Volgens studentenorganisatie ISO was het zelfs “groot feest voor studerend Nederland”. Want de Tweede Kamer wil weer een basisbeurs invoeren.
Maar soms is politiek meer schijn dan werkelijkheid en dat geldt zeker voor de twee moties over de basisbeurs die de Tweede Kamer vorige week tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen heeft aangenomen. Met die moties is de basisbeurs nog lang niet terug.
Niets veranderd
Sterker nog, er is eigenlijk niets veranderd. Het was allang duidelijk dat een ruime meerderheid van het huidige leenstelsel af wil. Dat stond gewoon in de verkiezingsprogramma’s. Alleen de VVD vindt het leenstelsel nog altijd prima.
Het huidige kabinet gaat niets met de aangenomen moties doen, dus belandt de kwestie op het bordje van de volgende regering. Uiteindelijk zullen diverse partijen met elkaar om tafel moeten om een compromis te sluiten. Wat rolt daaruit?
Makkelijk terugbetalen
Laten we in gedachten houden waarom de basisbeurs ooit is afgeschaft door GroenLinks, PvdA, D66 en VVD. Hun idee was: hoogopgeleiden hebben veel kansen op de arbeidsmarkt en kunnen zo’n lening makkelijk terugbetalen. Waarom moet de slager meebetalen aan de studie van de advocaat?
Dat bleek te simpel. Niet iedereen wordt immers advocaat; ook bijvoorbeeld jonge onderwijzers en verplegers, die heus niet bijzonder veel verdienen, hebben studieschulden. Bovendien zijn studerende kinderen behoorlijk duur voor ouders met een middeninkomen.
En wat critici al voorspelden kwam uit: sommige jongeren durven door de flinke studieschulden de sprong naar het hoger onderwijs niet meer te maken. Er gaan minder mbo’ers naar het hbo.
Inkomensafhankelijk
Voormalig PvdA-leider Lodewijk Asscher wilde de nieuwe studiebeurs niet voor iedereen herinvoeren, maar voor jongeren uit gezinnen met een “gewoon inkomen”. En daar kunnen andere partijen misschien ook wel mee leven. Het CDA wil bijvoorbeeld een ‘inkomensafhankelijke basisbeurs’. GroenLinks heeft ook zo’n inkomensgrens in gedachten.
Dan blijven er nog genoeg vragen over. Wat doet de politiek met de aanvullende beurs? En met studenten die de basisbeurs sinds 2015 zijn misgelopen? Het kost al snel miljarden euro’s en het compromis is vast niet meteen gevonden.
Bovendien is de VVD nog altijd de grootste partij en blijft Mark Rutte vermoedelijk minister-president, dus die partij moet er ook mee kunnen leven. De nieuwe studiefinanciering zal wel in het regeerakkoord komen en de liberalen zullen de bedragen zo laag mogelijk willen houden.
Twee jaar verder
Voor je het weet ben je twee jaar verder. Bovendien moet de Dienst Uitvoering Onderwijs de nieuwe studiefinanciering nog in de ICT-systemen verwerken. Hoe simpeler de nieuwe beurs, hoe vlotter het lukt, maar er gaat al gauw een jaar overheen.
De conclusie? Het duurt nog wel even, en de basisbeurs-voor-iedereen komt vast niet meer terug. Er komt vermoedelijk een beurs voor studenten uit gezinnen tot een bepaald inkomen, bijvoorbeeld 100 duizend euro. Hoe hoger dat inkomen, hoe lager de beurs.
Compensatie voor (oud-)studenten zonder basisbeurs is ook helemaal niet vanzelfsprekend. Moet je ook geld geven aan iemand zonder studieschulden? Of aan iemand die zorgeloos maximaal heeft geleend? En moet je studenten uit rijke gezinnen ook compenseren, of doe je dat niet en ga je achteraf van alle ouders het inkomen napluizen? Het wordt een heel karwei.
Snijden
Of misschien gaat de politiek ergens anders in snijden. Het is afwachten wat er met de ov-studentenkaart gebeurt en wie weet gaan de collegegelden omhoog, desnoods alleen voor bepaalde opleidingen. Nog niet zo lang geleden vonden sommige partijen de langstudeerboete een goed idee: extra collegegeld voor trage studenten.
Kortom, laat de champagne nog maar even in de fles. De Tweede Kamer wil weliswaar een nieuwe basisbeurs, maar het zal nog lang duren voor hij er is, de prijs is onduidelijk, lang niet alle studenten zullen hem krijgen en compensatie voor de huidige studenten is ongewis.
Punt. Of had jij nog wat?