“De huidige student is over het algemeen zeer gemotiveerd, duurzaamheidsbewust en geïnteresseerd in zijn persoonlijke leerweg”, zegt Paul Rüpp wanneer hij gevraagd wordt naar zijn beeld van de Avansstudent. De voorzitter van het College van Bestuur heeft het bestuurlijke stokje al overgedragen aan zijn opvolger, maar neemt vandaag echt afscheid van Avans.
“Het is een mooie hogeschool, een warme organisatie, dat merk ik nu weer”, zegt Rüpp. “De afgelopen weken heb ik veel berichten gekregen van medewerkers, via allerlei kanalen. De mensen ga ik het meest missen. Ik loop graag rond in de gebouwen, want daar gebeurt het.”
Twaalf jaar stond Rüpp aan het roer van de hogeschool. In die tijd nam niet alleen het aantal studenten flink toe, ze werden ook tevredener. Over de docenten en de kwaliteit van het onderwijs bijvoorbeeld. Toch werd het voor studenten niet makkelijker. Zo ging bijvoorbeeld de norm voor het bindend studieadvies omhoog. Alle studenten moeten nu in het eerste jaar 52 studiepunten halen om door te mogen met hun opleiding. “Dat heeft niet gezorgd voor meer uitval”, zegt Rüpp. “Ze zetten gewoon een tandje bij.”
Zorgen voor de toekomst
De student die nu bij Avans binnenkomt is niet heel anders dan de student die in 2009 begon, meent de oud-voorzitter. “Ik herken de verwondering, ze willen experimenteren en ontdekken. Dat is niet veranderd. Ik zie wel dat ze meer zorgen hebben over de toekomst. Over concurrentie op de arbeidsmarkt, studieschuld en de onzekere wereld. Er zijn studenten die worstelen met die vooruitzichten. Gelukkig zijn er ook nog genoeg die zorgeloos rondlopen.”
Die studieschuld waar de huidige studenten mee opgezadeld worden, daar is Rüpp niet over te spreken. “Er is geklungeld met beurzen. Het leenstelsel, maar ook de basisbeurs.” Zijn voorstel: iedere student vijf jaar laten studeren op kosten van de belastingbetaler. Elk jaar langer moet een student zelf betalen. En een beurs naar rato van het inkomen van de ouders die wordt kwijtgescholden als een student binnen vijf jaar zijn diploma heeft. “Al die hoger opgeleide studenten betalen zich uiteindelijk terug aan de maatschappij.”
Ontmoetingsplaats
Wat de coronatijd duidelijk heeft gemaakt, is dat de studietijd niet alleen draait om kennis vergaren, maar ook om socialiseren, fysiek samen zijn en af en toe je hoofd stoten. “Dat gaat niet vanaf je zolderkamer”, zegt Rüpp. “De hogeschool is een ontmoetingsplaats en die functie wordt in de toekomst nog belangrijker.” Studenten krijgen straks meer vrije keuze, bepalen zelf hun leerroute en doen aan portfoliomanagement. Docenten worden meer coaches die studenten leren leren.
Een aantal jaar geleden vroeg Avans aan studenten van de minor Avans Innovative Studio hoe zij dachten over het onderwijs van de toekomst, wat ze belangrijk vonden. Het was de basis voor het plan Ambitie 2025. “Studenten kijken in de breedte”, zegt Rüpp. “Niet alleen naar wat ze geleerd hebben, maar ook wat ze gedaan hebben. In hun studie en daarbuiten, bijvoorbeeld als mantelzorger of in hun bijbaan in de horeca.”
‘Avansstudenten willen dat hun diploma meer onderscheidend is dan dat van andere hogescholen’
“Studenten willen zich kunnen onderscheiden van medestudenten”, merkte Rüpp. Als er in Nederland elk jaar vierduizend afgestudeerden op de markt komen die Bedrijfskunde hebben gedaan, dan hebben zij allemaal hetzelfde diploma. Avansstudenten willen dat hun diploma meer onderscheidend is dan dat van andere hogescholen, maar ze willen ook ten opzichte van elkaar het verschil kunnen maken. Dat kan met een portfolio.”
Bijspijkeren
Rüpp kijkt niet alleen met vertrouwen naar de toekomst, hij maakt zich ook zorgen over de studenten van nu. “Ze scoren slechter op lees- en rekenvaardigheid en Engels dan studenten van tien of twintig jaar geleden. Op dat gebied is flink wat bij te spijkeren.” Het hele onderwijsbestel, van basis- en voortgezet onderwijs tot hoger onderwijs en de doorlopende leerlijnen moeten eens kritisch bekeken worden, meent de oud-collegevoorzitter. “De politiek moet daarmee aan de slag, de nieuwe minister van Onderwijs. Zijn we in Nederland nog op de goede weg? Leerlingen moeten met 12 jaar een keuze maken, is dat niet veel te vroeg?”
‘Leerlingen moeten met 12 jaar een keuze maken, is dat niet veel te vroeg?’
In het huidige bestel is er een strikte scheiding tussen de beroepsopleidingen met praktijkvakken en theoretisch onderwijs. “Maar ook veel vwo’ers vinden het fijn om met hun handen te werken en creatief bezig te zijn. Moeten techniek en creativiteit, naast talen en Alpha-vakken, niet zo lang mogelijk worden meegenomen in het onderwijs?” Bovendien maakt die scheiding het voor leerlingen lastiger om over te stappen naar een ander niveau, van vmbo naar havo bijvoorbeeld. “Daarmee wordt talent verspild.”
Geen onderscheid hogeschool en universiteit
Nog een hartenkreet van Rüpp. In Nederland maken we onderscheid tussen wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs, het binaire stelsel. Gevolg daarvan is dat studenten die na hun hbo-opleiding naar de universiteit willen, vaak een pre-master moeten volgen. Of een extra toelatingsexamen moeten doen als ze na hun hbo-propedeuse verder willen aan de universiteit. “Terwijl we inmiddels met de bachelor- en mastergraden op gelijk niveau zitten. Moeten we dat nog wel in stand houden?”
De oud-voorzitter zou graag zien dat alle hogeronderwijsinstellingen universiteit worden. “En dan onderscheid maken tussen kleine onderzoeksuniversiteiten op topniveau, denk aan Harvard en Oxford, en algemene universiteiten. Dat maakt ook uitwisselingen met het buitenland eenvoudiger, want de rest van de wereld kent het onderscheid tussen hogeschool en universiteit niet. Tegen dat idee is veel weerstand in de Eerste Kamer, waar veel hoogleraren in zitten, en bij universiteiten zelf. Nu promoveren in het hbo mogelijk wordt, is de tijd gekomen om ook binaire stelsel eens kritisch te bekijken.”
Punt. Of had jij nog wat?