Lang niet alle studenten krijgen in september 2023 weer een basisbeurs, of ze krijgen hem korter dan de nieuwe lichting eerstejaars. Dat is niet eerlijk, staat in een petitie die twaalfduizend keer is getekend.
Het zal niemand ontgaan zijn: in september 2023 keert de basisbeurs terug. Maar alleen eerstejaars bachelorstudenten profiteren er volledig van. De rest van de studenten krijgt een deel of helemaal niets.
Inmiddels zijn er twaalfduizend handtekeningen geplaatst onder een petitie die hier aandacht voor vraagt. Initiatiefnemer is de 23-jarige Marieke Schunselaar, vijfdejaars student rechten in Groningen.
“Ik dacht zelf redelijk goed op de hoogte te zijn”, zegt Schunselaar, die er pas twee weken geleden achter kwam hoe het zat. “Ik volg de politiek en het nieuws goed, maar ik wist dit niet. Ik heb ook geen enkele student gesproken die hiervan op de hoogte was, zelfs niet als ze actief waren bij een politieke partij of een studentenbond.”
Het zit zo. Je krijgt in principe een basisbeurs voor een bachelor en een master, meestal vier of vijf jaar, afhankelijk van de studieduur. Maar let op: hoe verder in je studie, hoe minder basisbeurs je nog ontvangt. Je krijgt de beurs niet met terugwerkende kracht. Zo is het plan ook vanaf het begin aangekondigd.
Voorbeeld
Dus stel, je bent nu derdejaars student en begint in september aan het vierde studiejaar van je vierjarige opleiding, dan krijg je nog maar één jaar de basisbeurs. Vertraagde ouderejaars, zoals Schunselaar, lopen de basisbeurs helemaal mis, omdat ze al langer studeren dan de ‘nominale’ studieduur.
Op de website van de Rijksoverheid staat dat ouderejaars nog basisbeurs krijgen als ze recht hebben op de ‘prestatiebeurs’. Daar gaat het volgens Schunselaar mis: sinds het leenstelsel weten de meeste studenten niet meer wat een prestatiebeurs is.
Het idee is dat je een ‘prestatie’ moet leveren voor de basisbeurs: die wordt pas een gift als je binnen tien jaar je diploma behaalt, anders moet je alles terugbetalen. Hetzelfde geldt momenteel al voor de aanvullende beurs en de kosten voor de ov-studentenkaart.
Pechgeneratie
Studenten van het leenstelsel worden ook wel de pechgeneratie genoemd, want in tegenstelling tot de generaties voor en na hen kregen ze geen basisbeurs. De politiek wil deze studenten enigszins tegemoetkomen. Voor ieder misgelopen jaar basisbeurs heeft het kabinet een bedrag van 359 euro in het vooruitzicht gesteld.
Dat is relatief weinig. De basisbeurs wordt 1.300 euro per jaar voor thuiswonende studenten en 3.300 euro voor uitwonende studenten. Bovendien krijgt die laatste groep (uitwonende studenten met een basisbeurs) komend studiejaar bijna tweeduizend euro extra vanwege de hoge inflatie: 164 euro per maand. Ook die steun lopen vertraagde studenten zoals Schunselaar dus mis.
Veel oppositiepartijen vinden dat studenten een betere compensatie moeten krijgen voor hun jaren zonder basisbeurs, maar de coalitiepartijen VVD, D66, CDA, en ChristenUnie willen er hooguit een miljard euro aan besteden.
Vouchers
De basisbeurs is ooit wegbezuinigd om meer geld aan het hoger onderwijs te kunnen besteden. De eerste vier lichtingen van het leenstelsel (vanaf september 2015) zouden daar minder aan hebben, was de verwachting, dus zij kregen een studievoucher om vijf tot tien jaar na hun afstuderen aan extra onderwijs te besteden. Die vouchers worden bij nader inzien als een bedrag uitbetaald of van de studieschuld afgetrokken. Het gaat om ruim 1.800 euro.
Punt. Of had jij nog wat?