Hoe krijgen basisscholen zo snel mogelijk meer ‘handen in de klas’, nu het lerarentekort zo vreselijk oploopt? Misschien kunnen pabo-studenten gaan werken en leren tegelijk, overweegt de Tweede Kamer. Maar de pabo’s wijzen op de valkuilen.
Het lerarentekort loopt flink op. “Ik denk dat sommigen van ons daar zelfs wakker van liggen”, zei Mariëlle Paul (VVD) vorige week tijdens een debat in de Tweede Kamer. Ze hekelde de vele vacatures, de vierdaagse schoolweken en de onbevoegden voor de klas. Ze wilde “alles op alles zetten om dit te tackelen”.
Na die woorden klonk haar motie bescheiden: ze vroeg om een experiment met een vierjarige praktijkopleiding voor de pabo, waarin studenten werken en leren tegelijk. Dan hoeven ze geen bijbaan meer te zoeken en zijn er direct meer ‘handen in de klas’.
Opstarten
Minister Dijkgraaf vond het prima, al corrigeerde hij haar ook. Studenten worden al voor zeker veertig procent van de tijd in de praktijk geschoold bij opleidingen die samenwerken met scholen. “Maar ik wil naar aanleiding van deze motie wel onderzoeken of ik pilots kan opstarten binnen dat programma waarin nog meer ruimte is voor de praktijk”, zei Dijkgraaf, “zodat het echt een volwaardig duale opleiding wordt.”
Onder de motie staan de vier regeringspartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie, plus oppositiepartij PvdA. Alle partijen stemden ervoor, afgezien van JA21.
Ook vakbond AOb, die net een petitie is gestart voor meer bevoegde docenten, reageert vooralsnog laconiek. Het plan klinkt volgens een woordvoerder niet zo vreemd. “Ik heb persoonlijk liever een paar handen in de klas van een pabo-student dan van een accountant of kunstenaar, hoe goed die het ook bedoelt.” Daarmee verwijst hij naar recente nieuwsberichten dat er steeds vaker onbevoegden voor de klas staan.
Te veel verantwoordelijkheid
Maar de pabo’s reageren sceptischer. Stages zijn al een groot onderdeel van de opleiding, zegt Karin van Weegen, voorzitter van het Landelijk Overleg Lerarenopleiding Basisonderwijs. En door het lerarentekort krijgen stagiairs soms te veel verantwoordelijkheid, vertelt ze.
“Een tweedejaars student van een jaar of twintig krijgt dan zomaar de volle verantwoordelijkheid voor een klas en dat kan niet de bedoeling zijn”, zegt Van Weegen. Soms lopen studenten hierdoor studievertraging op, sommige stoppen zelfs met de opleiding.
Dus wat zal die motie teweegbrengen? “Het klinkt goed dat studenten niet in de supermarkt achter de kassa hoeven en meteen in het onderwijs kunnen werken”, zegt Van Weegen, “maar het verschil tussen stage en baan kan dan wel diffuus worden. Wanneer ben je aan het leren, wanneer ben je aan het werk? Wie geeft begeleiding, en waarbij? Wat doet het met de kwaliteit van het onderwijs?”
Niveau
De laatste tijd klinkt weer kritiek op het taal- en rekenniveau van pabo-studenten. Maar die kritiek staat los van de tijd die studenten aan hun stage besteden, meent Van Weegen. “Het pabo-curriculum zit per definitie overvol, dat is gewoon een gegeven. De studenten moeten aan hun eigen vaardigheden werken, maar ze moeten die ook leren overdragen aan kinderen van vier tot twaalf.”
Ze baalt weleens van de kritiek, want het ligt volgens haar niet alleen aan de pabo’s. “Wij leveren startbekwame leraren af, maar ook niet meer dan dat. Als ze in hun werk geen begeleiding krijgen en niets aan professionalisering doen, dan worden ze niet vakbekwaam. Vergelijk het met het behalen van je rijbewijs: je kunt veilig de weg op, maar je bent nog geen ervaren chauffeur.”
alma
Waardoor stoppen de studenten voortijdig? Praatcultuur docenten is niet meer van deze tijd. Opleiding moet op de schop. Differentiër de basis.