In aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen deden Bestuurskundedocenten Petra Klap en Aron van Balveren onderzoek naar negatieve campagnevoering op Twitter. Hiervoor pluisden ze vier weken lang voor de verkiezingen alle tweets van de tien fractievoorzitters in de Tweede Kamer uit. ‘’Negativiteit kan als een boemerang terugkomen.’’
Petra Klap en Aron van Balveren, beide docent bij de opleiding Bestuurskunde in Den Bosch waar ze onder andere samen politicologie geven, volgen beide met interesse de politiek. Daar, en ook daarbuiten, lazen ze de laatste tijd veel over de verharding van het maatschappelijke en politieke debat. ‘’Als je ziet hoe er soms in de Tweede Kamer gediscussieerd wordt, merk je dat de toon steeds minder beschaafd wordt’’, vertellen de twee, die de aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen als aanleiding zagen onderzoek te doen naar negatieve campagnevoering op Twitter. Om te kijken of ze daar diezelfde toon zagen, of er verschil was en welke thema’s de boventoon voerden.
‘’In aanloop naar de verkiezingen werd de toon namelijk wel gezet. In De Telegraaf spraken Mark Rutte en Edith Schippers (VVD) van een ‘linkse wolk’ waar ze zich tegen afzetten, andere partijen zetten zich juist af tegen het kabinet. Er is steeds meer versplintering, met (nieuwe) partijen die zich willen profileren”, zegt Klap.
Bijna 800 tweets
Voor het onderzoek bekeken de twee Avansdocenten in de vier weken tot de verkiezingen alle tweets van tien fractievoorzitters, de kopstukken die het meest bekend en het meest in de aandacht zijn. In Excel maakten ze een codeerschema met verschillende categorieën. Was een campagnetweet negatief van aard, ging er een kruisje achter de naam en keken ze tegen wie de tweet was gericht en over welk thema het bericht ging. ‘’Onder negatieve campagnevoering verstaan we alle kritiek. Beleidsinhoudelijke, maar ook op persoonlijk vlak of geruchten’’, aldus Van Balveren. Hun onderzoek leverde een dataset van 796 tweets met negatieve campagnevoering op.
Meest aangevallen
Daaruit bleek dat premier Rutte (VVD) en Sigrid Kaag (D66) de meeste negatieve persoonlijke tweets van andere fractievoorzitters ontvingen. Hun partijen waren bovendien de twee die het meeste werden ‘aangevallen’, blijkt uit onderzoek. Tegelijkertijd was dertig procent van de tweets van Jan Paternotte, fractievoorzitter van D66, negatief van aard richting rechtse oppositiepartijen als BBB, JA21 en de PVV. Van alle fractievoorzitters twitterde Caroline van de Plas het meest, al koos zij maar zelden voor negatieve campagneberichten, blijkt uit het onderzoek.
Linkse oppositie
De twee Avansdocenten bekeken ook tweets van linkse en rechtse oppositieleiders. Op links waren het Jesse Klaver van GroenLinks en Lilian Marijnissen van SP die het meest van zich lieten horen. Vooral de VVD en Rutte moesten het in hun tweets ontgelden. Klaver koos veel voor berichten over natuur en milieu, Marijnissen beperkte zich vooral tot sociaaleconomische thema’s. Bij beide politici gingen veel negatieve tweets over bedrijven en welvarende aandeelhouders.
Rechtse oppositie
Aan de rechterkant van het politieke spectrum waren vooral Geert Wilders (PVV) en Thierry Baudet (Forum voor Democratie) actief op het sociale medium. Wilders tweette bijna voor de helft negatief, en dan vooral richting Rutte en Kaag. De tweets gingen vaak over migratie en asiel. Baudet was met 18 procent van zijn tweets minder vaak negatief en richtte zich op meerdere partijen en thema’s. Voor beide politici geldt dat ze ook de media vaak in een negatief daglicht stelden, kwam uit het onderzoek.
Ook coalitie mengt zich
Enerzijds vinden de twee onderzoekers de uitkomsten van hun onderzoek weinig verrassend. Dat oppositiepartijen aan negatieve campagnevoering doen, verwachtten ze wel ‘’omdat dat makkelijker is.’’ Dat was ook al eerder onderzocht. ‘’Al hadden we verwacht dat BBB zich flink zouden neerzetten op Twitter, want die hadden wat te winnen. Maar ze deden nauwelijks aan negatieve campagnevoering’’, aldus de twee.
Ze noemen het wel verrassend dat de coalitiepartijen het deden. ‘’Zo richtte de D66 zich veel op partijen als PVV, JA21 en de BBB. En de VVD richtte zich op die linkse wolk. Ook zij zochten de aanval’’, aldus de twee. ‘’Als coalitiepartij heb je wat te verliezen. Negativiteit kan als ook een boemerang naar je terugkomen. Dat is een risico dat je neemt. En na de verkiezingen moet er onderhandeld worden, dan wil je dat de sfeer nog goed is.’’
Niet alleen slecht
Klap en Van Balveren benadrukken dat negatieve campagnevoering niet uitsluitend slecht is. Volgens de twee helpt het om inhoudelijke verschillen tussen politieke partijen uit te diepen. ‘’Dat zal een partij over zichzelf niet vaak doen. Als stemmer kan dat je helpen, omdat je op die manier een vollediger beeld krijgt’’, zeggen ze. Ook benadrukken de Avansdocenten dat negatieve campagnevoering in Nederland nog niet te vergelijken is met die in Amerika, waar het uit is overgewaaid. ‘’Daar maken ze elkaar met de grond gelijk. Dat zie je hier maar zelden.’’
Nu de twee hun onderzoek hebben gepresenteerd, blikken ze terug op een geslaagd en leuk onderzoek. In de toekomst lijkt het ze interessant om hetzelfde project nogmaals uit te voeren. ‘’Om te zien of het debat dan nog meer verhard is geworden, of milder.’’
Het hele onderzoek kun je via deze link lezen.
Punt. Of had jij nog wat?