Het onderwijs is “van groot politiek belang”, schrijft de Onderwijsraad in een brief aan het komende kabinet. Verbeter het onderwijs, ga niet bezuinigen en doe iets tegen ongelijke kansen, luiden enkele adviezen.
Het zal vermoedelijk nog even duren voordat er een nieuw kabinet zit, maar de Onderwijsraad schrijft alvast een brief. “Het onderwijs is te belangrijk om met elk nieuw kabinet de focus in het onderwijsbeleid te verleggen of een nieuwe koers te kiezen”, staat erin.
De Onderwijsraad adviseert de overheid over het onderwijs. De leden zijn onafhankelijk, maar worden wel door het kabinet benoemd. De voorzitter is de Tilburgse hoogleraar onderwijsbestuur Edith Hooge.
Drie urgente problemen
De “drie meest prangende en urgente problemen” in het onderwijs zijn volgens de brief de lerarentekorten, de dalende onderwijsprestaties in taal, rekenen en wiskunde en ten slotte de kansenongelijkheid en sociale segregatie in het onderwijs.
Het is “onaanvaardbaar” dat jongeren het onderwijs verlaten zonder goed te kunnen lezen, rekenen en schrijven, vindt de raad. Die bepleit “duurzame verbetering van het taal- en rekenen/wiskundeonderwijs, van primair tot en met hoger onderwijs”.
“Ons onderwijsstelsel draagt bij aan kansenongelijkheid”, staat ook in de brief. “Of leerlingen en studenten goed onderwijs kunnen volgen dat bij hen past, hangt mede af van het onderwijs dat hun ouders hebben genoten en van hun portemonnee.”
Investeren
Dus moet het komende kabinet blijven investeren in onderwijs, is de conclusie van de brief. Ook wijst de raad op “het grondwettelijke evenwicht tussen stelselverantwoordelijkheid van de overheid en autonomie van onderwijsinstellingen”.
Zolang er nog geen opvolging is, blijven de huidige bewindslieden op hun post. Voor het onderwijs zijn dat Robbert Dijkgraaf (D66) en Mariëlle Paul (VVD).
Punt. Of had jij nog wat?