Enkele tientallen studenten zaten dinsdag in de zaal bij het verkiezingsdebat De Student Kiest. De een stak er veel van op, voor de ander voelde het soms als een poppenkast. “Ik vond het eerst een beetje eng, zo fel als ze waren.”
De ruime collegezaal van de Haagse Hogeschool is ongeveer halfvol. Er zijn veel studenten bij het debat, maar door de hevige regenbuien zijn het er misschien iets minder dan verwacht. Het is ook online te volgen (en terug te kijken).
Een bachelorstudent bestuurskunde en een masterstudent international relations zitten enigszins achter in de zaal. Ze hebben beiden politieke interesse en hebben hun keuze al bepaald, maar ze zijn toch benieuwd naar het debat – vooral naar de opvatting van partijen over de internationalisering van het hoger onderwijs.
“Het is een moeilijk punt”, zegt de student bestuurskunde. “En het is best fundamenteel. Veel opleidingen zijn voor mensen die hier in Nederland gaan werken, dus waarom zou je die in het Engels doen? Maar ik snap ook wel dat universiteiten Engelstalige opleidingen aanbieden.”
De student ‘international relations’ lijkt er minder mee bezig. Hij schat dat vijftig à zestig procent van de studenten in zijn opleiding uit het buitenland komt, maar volgens hem kan dat in zijn vakgebied haast niet anders.
Zeven partijen
Studentenorganisaties ISO en LSVb hebben de ‘De Student Kiest’ samen met universiteitenvereniging UNL en de Vereniging Hogescholen op poten gezet. Er zijn zeven partijen aanwezig: VVD, GroenLinks-PvdA, D66, PvdD, CDA, NSC en BBB.
Schrijver en programmamaker Karim Amghar presenteert het debat. De PVV was ook uitgenodigd, vertelt hij, maar die heeft niet gereageerd.
De mensen in de zaal hebben een groen en een rood papiertje gekregen om te stemmen voor of tegen bepaalde stellingen. Amghar wil het even uitproberen en geeft een tamelijk ingewikkelde stelling: ‘Voor meer gelijke kansen in het onderwijs moeten we ongelijk investeren.’ Maar kiezen blijkt niet moeilijk: er gaan bijna alleen maar groene briefjes omhoog.
De zeven partijen hebben anderhalf uur de tijd voor vier stellingen plus vragen uit de zaal. Het debat gaat snel, maar de meeste kandidaten vinden wel de gelegenheid om hun eigen geluid te laten horen.
D66 en GroenLinks-PvdA maken helder dat ze veel willen investeren in onderwijs, onderzoek en studenten. VVD en CDA hebben het op dit punt wat moeilijker, want die willen juist bezuinigen, en de andere drie partijen (PvdD, NSC en BBB) wilden hun plannen niet laten doorrekenen. BBB bepleit wel een hogere basisbeurs, maar is nog aan het “verkennen” hoeveel hoger. Ook de Partij voor de Dieren wil dat de basisbeurs omhoog gaat. NSC wil de beurs in elk geval behouden.
Selectie
De VVD heeft het liever niet over de bezuinigingen, maar over selectie om studenten op de juiste plek te krijgen. Niet om studenten te pesten, legt ze uit, maar omdat selectie “uiteindelijk leidt tot kwaliteit en tot betere keuzes voor die student zelf”. De partij wil studenten overigens ook graag aanmoedigen om voor tekortsectoren te kiezen, bijvoorbeeld door het collegegeld voor bepaalde opleidingen te verlagen.
Dat is heel anders dan de vrije keuze die linksere partijen voorstaan, die vooral vinden dat studenten moeten doen wat ze zelf willen. Je kunt ze wel stimuleren of aanmoedigen, maar de keuze zou bij hen moeten liggen.
Leenstelsel
De CDA-kandidaat haalt fel uit naar de partijen van het leenstelsel, die volgens hem veel leed hebben berokkend. “Je kan het niet compenseren”, zegt hij, “het is bijna niet in geld uit te drukken.” En inderdaad wil het CDA de pechgeneratie niet ruimhartig compenseren.
GroenLinks-PvdA (ooit voorstander van het leenstelsel, maar allang niet meer) kaatst de bal terug: het CDA wilde destijds bezuinigen op het hoger onderwijs en nu ook. Ook de Partij voor de Dieren denkt dat je wel degelijk kunt compenseren. De PvdD trekt de vergelijking met de ereschuld aan Groningen en wil er miljarden voor uittrekken.
De plannen van VVD en NSC om flink te snijden in het aantal Engelstalige bacheloropleidingen (en zo te bezuinigen) doet stof opwaaien. NSC wil studiemigratie mede terugdringen zodat het weer mogelijk wordt om een betaalbare kamer te vinden. Met name D66 ziet het helemaal niet zitten en waarschuwt dat we ons niet moeten terugtrekken achter de dijken.
Vragen
Zo komen er meer onderwerpen voorbij, zoals scholing op latere leeftijd, onderwijs in de krimpregio’s en de fysieke toegankelijkheid van onderwijsgebouwen. Er komen ook allerlei vragen uit de zaal, bijvoorbeeld over het collegegeld voor een tweede studie. Lang niet altijd kunnen alle partijen antwoorden, zodat ze bij impopulaire standpunten niet altijd het woord hoeven te voeren.
Hoe zit het bijvoorbeeld met het hoge collegegeld voor tweede studies, wil een van de studenten weten. Waarom kan ze niet tegen een gewoon tarief nog een studie doen? D66 en GroenLinks-PvdA willen het hoge collegegeld voor tweede studies afschaffen. De andere partijen hoeven er niets over te zeggen.
Na afloop
Het debat is voorbij. Vijf bedrijfskundestudenten staan op en kijken elkaar aan. Ze vonden het interessant, zeggen ze. Zijn ze aan het twijfelen gebracht over hun keuze? “Ik vond de Partij voor de Dieren heel goed. Die heeft me echt verrast,” antwoordt een vrouwelijke studente. Een jongen in het gezelschap moet erom lachen dat ze zo’n zwevende kiezer is: “Jij gaat echt alle kanten op!”, plaagt hij.
Elisa Weehuizen, voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond, wist vooraf eigenlijk al wat ze zou stemmen. “Maar zo’n debat kan zeker helpen bij het vormen van je mening. In elk geval maakt het de waarde van stemmen duidelijk.” Ook ISO-voorzitter Demi Janssen blikt tevreden terug. “Het heeft voor mij de keuze moeilijker gemaakt”, zegt ze.
Eerste debat
Bij de borrel staan twee studenten geschiedenis uit Rotterdam. “Dit was het eerste politieke debat waar ik ooit bij ben geweest”, vertelt een van hen, die eerst een jaar mbo en een jaar hbo heeft gedaan voordat ze naar de universiteit ging. “Ik had ervan gehoord via Insta. Ik vond het eerst een beetje eng, zo fel als ze waren. Van veel dingen weet ik niet genoeg om me een mening te kunnen vormen. Soms voelde het als een poppenkast, alsof ze vooral bezig waren om precies de juiste woorden te gebruiken. Dan dacht ik: geen idee wat je nu eigenlijk gezegd hebt.”
Haar vriendin vond het ook spannend, vooral het deel over Engeltalig onderwijs. “Voor mij is het heel persoonlijk”, zegt ze. Naast geschiedenis in Rotterdam studeert ze ook politicologie in Amsterdam. “Daar is zelfs het Nederlandstalige traject vooral in het Engels. Ik haal er structureel lagere cijfers door. Ik vind dat universiteiten echt wel meer in het Nederlands mogen aanbieden.”
Verderop staat een flinke groep studenten van de Hogeschool Zeeland, die bezig zijn met het oprichten van een debatvereniging. De meeste studeren aan de opleiding social work, maar er is bijvoorbeeld ook een student verloskunde. Een van hen zweeft niet meer na dit debat: “Ik ga op Lisa Westerveld van GroenLinks-PvdA stemmen. Haar had ik nog nooit gezien, ik vond haar heel goed.” Ze is de enige die een naam noemt. Een ander zegt: “Ik twijfel nog tussen twee partijen die het behoorlijk met elkaar eens lijken.”
Studenten hebben nog een week de tijd om op de knoop door te hakken. Op woensdag 22 november zijn de verkiezingen voor de Tweede Kamer.
Punt. Of had jij nog wat?